Geen woord te lang, te kort, te klein
wat is mag zijn en anders niet
verdriet weet goed waar het moet blijven.
De schaduw van een wolk, de dijk, de zee
bevolkt door wat ik wil.
Maar wacht, hoe stil komen gedachten aan
verpakt in iets dat rusteloos aan land komt.
Tussen de regels komt wat was terug
neemt plaats, lacht uit, reikt aan.
Steeds weer verleden
de toekomst die blijft staan.