Vanuit de stad N. reed drie keer een VW-busje
met idealistische huisraad richting Nergensakker
Terug ging ik naar waar ik voorgoed vertrokken
was: een verwaaide zeebodem wingewest
Ik noemde later arcadische verdwijnmotieven
maar de waarheid verdonkeremaande ik
En ook in dit gedicht kan ik die niet benoemen:
I am too sad to tell you over de Rode Waan
Over de wurger in de waterput, gestolen vlaggen
De massalijn als tegenhanger van een broodje kaviaar