draaien aan het wiel en haalde de slak eraf en zette hem op de
stenen. "Sukkel," zei ik boos tegen de slak terwijl hij wegging
naar god mag weten waar. Ik had zin om te gillen. Dat deed ik
ook vaak, gillen zo hard ik maar kon terwijl ik onder de veran
da zat. Daar was geen reden voor, ik vond het gewoon leuk om
te gillen en te krijsen. Mijn vader of mijn moeder stormde dan
altijd naar mij toe en zei dat ik moest ophouden, dat we nog
buren hadden en mijn moeder voegde er dan altijd nog aan toe
dat als ik zo doorging ik later wel op de markt zou kunnen
werken. Ik moest daar altijd om lachen, het leek me niet erg
om op een markt te staan. Ik besloot vandaag niet te gillen, ik
was beleefd opgevoed en ik wist dat ik het niet kon maken om
te gillen met al die gasten van mijn vader in de tuin, dus stond
ik op, liep naar de houten tafel die buiten stond en die nu vol
stond met een groot scala aan hapjes. Ik keek naar het eten, dat
me veelal onbekend voorkwam en nam een handje vol met
paprikachips. Vervolgens liep ik wat rond in de tuin, zonder
een specifiek doel. Ik ging wat aandacht vragen bij mijn moe
der, kreeg een knuffel en een kus, moest aanhoren hoe schattig
en mooi ik was van een onbekende vrouw en liep toen weer
terug naar de tafel met hapjes. Ik griste een gevuld eitje en een
handvol chips van de tafel en ging toen onder de tafel zitten. Ik
vond het druk, er waren mij te veel mensen. Ik zag hoe de men
sen maar met elkaar bleven praten en lachen en ik vroeg me
af waar ze zo lang over konden praten. De mannen dronken
bier uit die bruine flesjes. Dat het drinken in die bruine flesjes
bier heette wist ik omdat oude mensen dat zo noemen, maar ik
vroeg me af waarom ze dat allemaal dronken. Het moest wel
erg lekker zijn. Ik werd nieuwsgierig en bleef kijken hoe de
mannen van hun bier dronken. Een van hen had zijn flesje
leeg, liep bij ons naar binnen en kwam terug met een nieuw
flesje. Opnieuw raakten ze in gesprek en lachten ze om elkaar.
Misschien waren ze wel zo blij door het bier. Ik werd een beetje
boos omdat ik wist dat ik het nog niet mocht drinken. Ik had
een oudere broer, maar die zag ik het ook nooit drinken, wij
dronken thuis gewoon roosvicee, water en melk. Alleen mijn
vader dronk bier en mijn moeder dat rode spul dat wijn heet.
Ik zag het ze vrijwel nooit drinken. Ik denk dat ze dat doen als
ik al op bed lig. Dat deze onbekende mensen dit gewoon dron
ken terwijl ik wakker was, intrigeerde me enorm. Ik bleef naar