ze kijken en na een tijdje hoorde ik mijn vader roepen of ieder een naar voren wilde komen. De mensen keken op en liepen naar de stem van mijn vader. De mannen die bier aan het drin ken waren liepen naar de tafel waar ik onder zat. Ik probeerde me zo stil mogelijk te houden. De mannen zetten hun flesjes neer op tafel en liepen achter de rest aan. Zodra ze uit het zicht waren schoot ik onder de tafel vandaan. Ik kon de mensen niet zien, het terras waar de tafel op stond, daar stond een grote heg omheen. Ik hoorde mijn vader zeggen dat hij blij was dat ieder een was gekomen en dat hij hoopte dat iedereen het naar hun zin had. Ik hoorde de mensen klappen en een enkeling riep hard "ja". Ik keek naar het bier dat op tafel stond. Er was een groot etiket om het flesje heen gewikkeld. Ik bleef maar kijken, het voelde alsof ik naar het bier toegetrokken werd. Vaag hoor de ik nog de stem van mijn vader op de achtergrond. Als ge hypnotiseerd liep ik naar de tafel, pakte het flesje bier op, zag dat het nog driekwart vol zat en begon te drinken. Het koude bittere vocht stroomde mijn keel binnen. Het koolzuur prikte, maar ik dronk stug door. Ik was op slag verliefd op de smaak, ik dronk en dronk en even leek het alsof ik alleen op de wereld was. Alleen ik met het bier. Het hele tuinfeest had nooit be staan, mijn ouders niet, enkel en alleen ik was op de aarde samen met mijn nieuwe vriend: bier. Ik dronk tot het flesje leeg was en zette het snel terug op tafel. Ik voelde me een beetje licht in mijn hoofd, maar man, wat voelde ik me fijn! De on rust die ik net had was op slag verdwenen en er leken allemaal beestjes te kriebelen in mijn buik. De tuin zag er groener uit en toen de mannen terugkwamen en ik inmiddels weer veilig onder de tafel zat, zagen zelfs de mannen er liever en mooier uit dan zostraks. Ze liepen naar de tafel toe en ik lachte omdat ik wist dat ik het flesje van de man in de bruine broek had op gedronken. De mannen pakten al pratend hun flesjes op en toen zei de man in de bruine broek: "Verdomd, mijn flesje is leeg." "Je had toch een nieuwe gepakt?" vroeg de ander. "Ja," zei de man, "ik snap er niets van." Ik lachte me een breuk onder die tafel en een seconde later keek ik in de verbaasde ge zichten van de twee mannen. "Wat doe jij hier, Marrit?" vroeg de man in de bruine broek met een glimlach aan mij. Snel zei ik: "SST, ik verstop me voor mijn ouders." De man lachte, gaf me een aai over mijn bol en ze stonden beiden weer op. "Ik zal

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2017 | | pagina 32