eenmaal een letterlijk duister aspect en is daarmee te zeer al de drager van een etiket, een entiteit waarmee goede sier kan worden gemaakt in vervelende films, stripverhalen en politieke campagnes. Anonymus onttrekt zich hieraan, hij is niet het gat in de schoenzool van Fichte's Absolute Ik, niet de likdoorn op de voortploegende pelgrimsvoet van de Uebermensch, noch de naloper van Ahasverus. Hij mijdt zulke bomkraters der beteke nis zorgvuldig. U zoekt hem ook tevergeefs in de deliberaties omtrent zijn - de kwaliteit - en bestaan - de empirie. Hij wan delt stil voorbij aan de lawaaiige spiegelpaleizen van moraal, politiek, religie, filosofie, sport, welzijn. Wat gaan hem deze afperkingen aan? Toch is hij meejuichend en armenzwaaiend op voetbaltribunes gesignaleerd, en tussen vluchtende amok- makers die winkelruiten ingooien, een spoor van brandende auto's achter zich latend; bij elke natuurramp bevindt hij zich onder de slachtoffers, bij elk offensief gooit hij de handgranaat door het deurgat van een kapotgeschoten boerderij. In het stemhokje kruist hij op het formulier de naam aan die de zwij gende meerderheid vertegenwoordigt. Maar als u het gordijn van het stemhokje opzijschuift, kruist hij razendsnel een andere naam aan. Of het hokje blijkt tóch leeg. De stem van Anony mus is immers ongeldig, al zijn handtekeningen zijn vals en zijn dagboek is verzonnen. Waarom afkeurend uw hoofd schudden? Anonymus wordt ook uit u geboren; u met uw veile intriges, uw ontgoocheling, uw kasteelmuren van papier, uw bloedend hart. 'Waarom gebruikt u voor Anonymus de hij-vorm? Dat is typisch witte- mannendenken.' 'Anonieme klachten worden niet in behandeling genomen.' Maar ondanks zijn natuurlijke zucht naar onopgemerktheid waart Anonymus al twee millennia rond door de westerse heils geschiedenis, zelfs in het hart daarvan. Want waarom herkende bijna niemand de Verrezene? Maria Magdalena dacht bij het graf dat Hij een hovenier was; de Emmaüsgangers liepen uren met Hem op zonder Hem te herkennen; de discipelen zagen Hem eerst aan voor een geest. Zij waren immers niet gek. - En, nog raadselachtiger, waarom hebben we nooit een theoloog of godsdienstpsycholoog over deze onherkenbaarheid van de Op-

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2017 | | pagina 37