BLOED PRIKKEN
4*
V
Zeven jaar na haar dood begon Kees Klok zijn geliefdeStella Timonidou, met
wie hij in 1990 trouwdebrieven te schrijvenmet als resultaat het boek Het is
er niet van gekomen. Vijftig brieven aan Stella, 1946-2007 (Liverse 2015).
Daarmee hield het schrijven niet op.
Lieve Stella,
Vanmorgen vroeg heb ik de vorst en de snerpende oostenwind
getrotseerd en ben ik naar het ziekenhuis gefietst om bloed te
laten prikken. Een soort ritueel waarvoor je nuchter moet zijn,
net als katholieken voor de ochtendmis. Ik moest denken aan
de tijd dat ik met mijn moeder naar het consultatiebureau van
het Groene Kruis ging, meestal voor een of andere injectie te
gen kinderziekten. 'Even flink zijn,' was het dan. Ik ben even
flink geweest, maar ik kijk voor de zekerheid altijd heel strak de
andere kant op. Consultatiebureau, dat klonk heel deftig. Ik
had geen idee wat het woord consultatie betekende, maar er
hing altijd een kille, nare sfeer, die mij als kind angst inboe
zemde. Er ging, even flink zijn, een zekere dreiging vanuit. Als
ik mij weer eens onhandelbaar gedroeg, dreigde mijn moeder
mij naar De Schuilhoek te brengen. Dat was een kindertehuis.
Het dreigement hielp. Ik dacht dat het er nog erger was dan bij
het consultatiebureau. Zo flink was ik niet. Later had ik leerlin
gen in de klas die in De Schuilhoek woonden. Toen bleek dat
mijn moeder een loos dreigement had gebruikt in plaats van
een corrigerende tik.
Ik kan het ziekenhuis niet bezoeken zonder aan jou te denken.
Zonder te denken aan de laatste dagen voor je overleed. Aan
hoe ik daar min of meer woonde, maar dat je toch vertrok toen
ik er even niet was. Ik heb daar uitgebreid over geschreven en