bloot is. Bovendien was er maar één in- en uitgang, waardoor ik juist Eugène hoorde binnenkomen. Eus deed inmiddels kunst jes op de trap. Door de schuifdeur naar het platte dak? Maar daar was ik ook niet veilig. Eugène, nu omkneld door Eus die hem hysterisch oneerbare voorstellen deed, betrad de woon kamer. Via de ladder dan maar naar het dak, de dakgoot. Tegen de dakpannen leunend evalueerde ik de situatie, genie tend van het wijde uitzicht dat ik had op de kermis vierende stad. Wat een spektakel van licht en geluid en uitzinnige me nigten. Beneden was geroezemoes. Eugène, ja daar had ik wel van gehoord. Een Haagse topcrimi neel die feitelijk eigenaar was van de seksshop annex bordeel. Nee, geen ruzie mee krijgen. Kijk, de Bonanzabar. Wie gaat daar binnen. En wie is het die nu de seksshop uit komt stormen, naakt als een pas geboren, onschuldig kind. Het is warempel Eus. Wat roept ze daar toch. Liederlijke dingen. En wat heeft ze een bekijks. Een uurtje later blies Marius het sein veilig. Enige weken later zwaaide in de namiddag de deur van de seks shop open: zeven Haagse hoeren op leeftijd, gewapend met zware tassen die zij in het rond begonnen te zwaaien, krijsend om genoegdoening voor het door Marius aangedane leed aan hun gewaardeerde collega Eus. Gek gemaakt hadden we haar. Ik maakte dat ik weg kwam. Enige tijd later bereikte ook Marius enigszins gehavend de veilige haven van café Het Zwarte Schaap. "Doe mij een keiltje, Sjaak, en geef die langharigen ook wat.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2017 | | pagina 66