De andere muur van de gang was behangen met kunstwerken. Alle schilderijen hadden hetzelfde thema: in felle kleuren ge schilderde vogelkoppen spatten bijna van de doeken af. Op het eerste schilderij waren alle vogels en profil afgebeeld, zodat slecht één oog zichtbaar was. Elk oog was sterk uitvergroot en vormde bijna een derde van de omvang van de vogelkop. De vogels straalden agressie uit, alsof zij op het commando wacht ten elkaar aan te vallen. Alle snavels waren in de agressieve kleur rood geschilderd. Maar op elk volgend schilderij draaiden de koppen van de vogels mee met de richting van de wijzers van de klok. Op het laatste schilderij stond er een leger vogels en face afgebeeld, dat op het punt stond door het schilderij heen te breken om de bezoekers aan te vallen. Ik moest on willekeurig denken aan de film The Birds van Alfred Hitchcock. Ik nam weer plaats in de wachtruimte. Even later meldde de receptionist mij dat ik verwacht werd op de eerste verdieping, waar de afdeling klantenservice was gevestigd. Opnieuw trof ik een gang aan, die zeker veertig meter lang was, alsmede een rij spreekkamers, afgescheiden door groene schotten. Ik meldde mij bij de balie, die bemand werd door maar liefst vier mede werkers van de uitkeringsinstantie. De heren slaagden er niet in mijn indruk weg te nemen met hun ledige bestaan geen raad te weten. In de gang stonden om de drie meter vierkante plan tenbakken opgesteld, die strak in het gelid stonden. De planten zagen er als een bos sprieten uit van een ondefinieerbare soort. Ook deze gang was leeg. Ik besloot de tijd te doden met het doorbladeren van een voorlichtingsfolder, die ik uit een rek aan de muur had gepakt. Het boekwerkje was van een hoopgeven de titel voorzien: Op zoek naar een baan en aan de slag! In de verte waren inmiddels de vage contouren zichtbaar ge worden van een manspersoon. Met hem bleek ik de afspraak te hebben, werd even later duidelijk. Hij stelde zich voor en ver telde mij dat hij de functie van sollicitatiedokter bekleedde. Zijn witte jas was mij al opgevallen. Het doel van het gesprek was om voor mij een re-integratieplan op te stellen. Hij zei mij dat ik mijn zoektocht naar een nieuwe baan op het speciaal hiervoor in het leven geroepen Werkplein zou starten. Ik keek hem met een vragende blik aan, maar hij legde mij uit dat dit

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2017 | | pagina 76