OVER DE BIJZONDERE BALLAST VAN HET BOEKENBEZIT Een boek is meer dan zomaar een ding in de kast. Het is een toegang tot een miniatuurwereld; een aangespoelde schelp die de herinnering meebrengt van een verre reis; een herkennings code waarmee de bezitter iets laat zien van wat hij als goed, waar schoon beschouwt. Afgezien van de grote massa die ge woon in de kast zet wat ze door opleiding, verjaardagsfeest of toeval in de schoot geworpen krijgt, zijn boekenbezitters ruw weg in twee categorieën op te delen. Zij die kopen om te lezen (of kopen om te kopen, de verzamelaars) en dit boek vervol gens in hun kast plaatsen (die zich al snel vult, uitdijt, hele wanden en vervolgens kamers beslaat). En zij voor wie de boekenkast een utopia is waarvan zij de absolute vorst zijn, een miniatuurkoninkrijk waartoe alleen het beste, het meest waarachtige en het schoonste toegang krijgt. Ik ben altijd een boekenbezitter geweest van de tweede catego rie. Mijn boekenkast is een territorium waar alleen de strengst geselecteerde meesterwerken van de wereldliteratuur worden toegelaten. Tot die keuze ben ik gekomen nadat ik in een ver haal van Biesheuvel iets las over een Indiase wijze die vond dat 70, 80 boeken genoeg waren voor een mens. Dat klonk uiter mate redelijk en in mijn geval, gezien gestadig gebrek aan pe cunia, ook alleszins verstandig. De beste boeken bijeen in één kast om die dan later, in een onbestemde toekomst met zeeën van tijd volop ledigheid, bij haardvuur of in zomertuin stuk voor stuk te herlezen. In het begin ik was 18, 19 was ik zo fanatiek in het beheren van mijn miniatuurutopia dat ik rustig vervelende inleidingen uit boekwerken scheurde. Maar het leven conformeert zich zel den aan de rücksichtslose Prinzipienreiterei van de puberteit; en al snel (of pas langzaam eigenlijk, in mijn geval) wordt het je dui-

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2017 | | pagina 9