ERGENS OP ZEE
Een waarachtig verhaal over liefde
C De kapitein van de viskotter is een oempaloempa. Hij is ge-
drongen van postuur, amper 1 meter 60 en heeft korte, dikke
C armen die niet stil willen hangen. En wat een lelijk gezicht
heeft hij. Het is zwart van roet, of stookolie, of van kabels die
vol smeer zitten. Als hij zijn handen naar me ophoudt zie ik
ze vol kloven zitten. Daar is zalf voor maar dat maakt dat de
IA netten uit zijn handen glijden, zegt hij. Bovendien kost zalf
O geld en geld heeft hij niet. Alleen voor pruimtabak en voor de
O broodkorsten in zijn lunchtrommetje. En hij moet de diesel
betalen en natuurlijk zijn maatje, de jongen verderop op de
boeg met de versleten jeans en de pet en de mondhoeken die
wat naar beneden staan, zoals bij die Amerikaanse acteur.
Ik had de oempaloempa, die op de kade met een rol touw in de
weer was, geen blik waardig gegund maar jij was brutaal op
hem afgestapt en gezegd dat we de veerpont hadden gemist.
Was het het bleke marmer van je huid? Was het iets in je stem
of een bepaalde kolderieke oogopslag? Hij rolde het touw ver
der op en had geknikt en hij had je niet eens aangekeken toen
hij zei dat we aan boord mochten komen. We hadden onze reis
tassen gepakt en stapten de loopplank op. "Dit heet aanmon
steren," zei je nog. En niet veel later verlieten we het eiland.
De oempaloempa heeft de mobilofoon in zijn handen. Ik hoor
hem met de havenmeester praten. Er klinkt gekraak en gepiep
en de oempaloempa krijgt antwoord. Dan hoor ik hoe de die
selmotor harder gaat draaien.
"Ready for take-off?" vraag ik aan Kevin Bacon.
Maar Kevin Bacon geeft geen antwoord. Intussen leun jij met
gekruiste armen op de reling en kijkt hoe het haventje lang-
■g|: zaam kleiner wordt. De boten, de huizen, de duinen, de vuur-
toren, ze worden steeds meer onderdeel van een ansichtkaart.
Dan komt de kapitein de kajuit uit. Hij maakt een korte hoofd-