De duisternis verwekt geweld
en geweld vraagt om duisternis
om te kunnen stollen tot misdaad.
Daarom wachtte 2 oktober tot het nacht werd
opdat niemand de hand die naar het wapen greep
zou zien, maar alleen de flits van het schot.
En die lichtflits, kort en lijkbleek, - wie? Wie is het die
Wie liggen daar in doodsstrijd, wie sterven?
Wie slaan op de vlucht zonder schoenen?
Wie komen terecht in de vergeetput van de kerker?
Wie liggen te rotten in het lijkhuis van het hospitaal?
Wie worden van de schrik met stomheid geslagen?
Wie? Wie? Niemand. De dag daarop: niemand.
Bij daglicht was het plein schoongeveegd; de kranten
brachten als belangrijkste nieuws
het weerbericht.
En op de teevee, op de radio, in de bioscoop
bleef het programma ongewijzigd,
zonder ingelast bericht of een
minuut stilte tijdens het banket.
(Want het banket werd voortgezet.)