DE NSU
O
i-n.
0#
0>
Broer had een brommertje gekocht of gestolen. Een NSU. Ik
was wat jaloers. Of ik even achterop wilde voor een ritje. Wel
Broer wilde vroeger altijd stuurman worden op de wilde vaart,
maar bleek te lijden aan stuurloze kracht. Daarom werd hij
later maar dichter en schrijver. Een bittere pil om te slikken
voor de familie. Maar we slikten. 'Slikken of stikken,' zegde
vader vroeger altijd wanneer hij ons dwong de vellen op de
havermoutpap die ons als ontbijt voorgeschoteld werd te ver
zwelgen. Dat zou ons leren!
We naderden al zwalkend de Bree, een straat nog net in het
centrum van de provinciehoofdstad Middelburg, die in het ge
heel niet op onze route lag en sloegen die in. De Breestraat
loopt wat af of op, zo u wilt. Broer worstelde met de versnellin
gen, gashendel en koppeling. Nee, het ging niet hard, terwijl
het toch bergafwaarts ging in meerdere betekenissen van dat
woord. De Bree, waar tante Tien veel later dood gevonden zou
worden door onze zus Con. Tante Tien was ooit gehuwd met
oom Ijs. Die was doodgegaan aan kanker. En dat wilde hij
helemaal niet. Broer worstelde met richting en snelheid. Ik cor
rigeerde ongevraagd wat bij met de voeten op de grond. Mis
schien kwam het daardoor wel. Gas en tegengas. Tante Tien
had smetvrees. In haar rechterhand altijd een doekje dat alles
schoonveegde na aanraking. Ze brouwde ook wat, kon de r niet
goed uitspreken. En ze was broodmager. Na de dood van haar
man was ze naar Middelburg afgezakt, naar moeder, haar zus.
Ze was kinderloos, omdat ze alles af- en wegveegde en met de
stofzuiger te lijf ging. Maar wel stevig aan de drank. Alcohol
ontsmet namelijk.
Aan het eind van de Bree, onderaan, daar waar de Wagenaar-
straat loopt, stond een motoragent van de Rijkspolitie iets te
regelen. Je kon hem niet missen in zijn prachtige witte lederen