Tersluiks de spoelemmer, en
het geworstel van mijn moeder
met aanreiken van verband.
Haar zwijgen over de kwalijke
lucht van geronnen bloed.
Ik ging naar de zoute
rivier die steeds mijn kinder-
schrammen had genezen.
Ook nu omspoelde de vloed mij,
maar zusterlijk en elke maand weer.