op zijn verdieping. Hij vloekt.
'Waarom zou je ook een zelfportret willen maken?' zegt hij
tegen zichzelf.
Het geluid van een passerende trein is vaag te horen.
Als de middag begint, lijkt de twijfel uit hem weg te zakken.
Urenlang werkt hij aan het schilderij, zijn tong tegen zijn
wang. Tegen de avond voelt hij zich alsof hij net wakker is
geworden. Van een afstandje kijkt hij naar zijn zelfportret.
Daarna gaat hij er met wit overheen. Harde, rake streken. Dan
kleedt hij zich om. Boven zich hoort hij de voetstappen van
Herman, een deur die opengaat. Even later fietst Nolan de
buurt uit. De hoge bomen van de Statenlaan krijgen de kleuren
van de herfst.
4
Nolan zet zijn fiets weer voor Kandinsky neer. Deze keer loopt
hij de andere kant op, de Willem li-Straat in, een statige straat
die Scandinavisch schoon aandoet. Hij heeft een afspraak bij
Cinecitta. Vorige week ontmoette hij haar in de trein. Ze las
Walging, van Jean-Paul Sartre, een vergeeld exemplaar. Nolan
vroeg of ze er ook zo vrolijk van werd. Hun gesprek strandde
niet, ze deed het boek dicht.
Hij staat op de stoep en kijkt naar de posters van films die er nu
draaien, hij kijkt naar het menu van het restaurant. Dan hoort
hij zijn naam. Van de overkant van de straat komt ze aan
gelopen, ze zwaait. Ze draagt een bleekgewassen spijkerbroek.
Zwarte sokken in witte sneakers, een gebreide trui met de kleur
van stro, een linnen draagtas over haar schouder.
"Hoi Iris," zegt hij.
Iris veegt een blonde krul uit haar oog, springt de stoep op en
omhelst Nolan.
Hij voelt hoe zijn keel wordt drooggelegd, hoe zijn hart om
hoog klimt. Meestal is hij koel. Peer zegt altijd, voordat ze eenl
ontwerp presenteren aan een klant, dat Nolan ijswater op zijnl
adem heeft. Nu staat hij te glimlachen naar Iris en voelt hij zijnl
wangen warmer worden. Ze gaan naar binnen, het restauranu
in. Na het eten nemen ze plaats in een kleine filmzaal. Ze ziei|
The French Leave, een fragmentarische film over een man die
steeds rookt en moeilijk kijkt met een hoed op, tot hij ineens
verdwenen is.
5
Het is minder druk bij Kandinsky dan gisteren, maar net zo
warm - Nolan denkt dat het aan hem ligt.
"Dat we elkaar hier nooit gezien hebben," zegt Iris. "Zo gek."
Ze hangt haar jas op en zegt dat ze naar de wc gaat. Nolan dra
peert zijn jas over een kruk.
"Daar is ie dan, onze goochelaar," zegt Teunis.
"Goochelaar?"
"Met je grote verdwijntruc gisteren. Ik hoorde dat je wegging
met Chloé."
Nolan houdt zijn wijsvinger voor zijn neus. Met zijn hoofd
maakt hij een gebaar in de richting van de wc.
"Geen punt. Barmannen lopen met duizend geheimen rond,"
zegt Teunis. "Leuke hipster heb je bij je."
"Kan weieens wat worden," zegt Nolan.
Hij kijkt naar een zwarte speaker die in een hoek aan de muur
hangt, boven oude tinnen bierreclames.
'Draaien jullie nou The Dubliners?' zegt hij. 'The Leaving of
Liverpool.'
"Speciaal voor jou," zegt Teunis.
Iris gaat naast Nolan zitten. Ze vraagt hem wat hij gaat drinken.
"Nolan, ik ga jou iets laten proeven," zegt Teunis. "Vandaag
binnengekregen. Het is een bruin bier van een brouwerijtje uit
Bouville, Filer a l'anglaise heet het." Hij pakt twee kleine glaas
jes. "Al is het misschien meer een biertje om mee af te sluiten.
Voor jou ook?"
"Doe maar," zegt Iris. "We gaan er ook mee afsluiten."
Ze lacht naar Nolan. Hij lacht terug en kijkt afwezig voor zich
uit. Onder de bar raken hun knieën elkaar. Hun handen.
De deur gaat open.
"Hoi Teunis!"
De stem van Chloé. Het groepje rokers van gisteren volgt haar
naar binnen.
"Oh, hé Nolan!" zegt Chloé en ze laat een stilte vallen. "En Iris."