gezien vanuit één enkel personage. Je krijgt een veel genuan ceerder beeld wanneer je de geschiedenis zich laat afspelen waargenomen door het bewustzijn van verschillende persona' ges. Ik heb op die manier geprobeerd om meer dimensies aan te brengen in de benadering van het materiaal. En daar heb ik dan steeds weer andere varianten proberen voor te bedenken omdat je toch altijd opnieuw stuit op dat probleem van dé vorm van 'fictie'. De scharlaken stad is natuurlijk een fictie, ter wijl een boek als De tuinen van Bomarzo door het aandeel dat ik er zelf in heb, met mijn eigen commentaar, weer een heel andere invalshoek heeft. Ik ben daarin tot op zekere hoogte zelf een personage. Er ligt een ontwikkeling van een bepaald cul tuurhistorische visie aan ten grondslag, maar ook iets wat je een filosofie zou kunnen noemen. Geschiedenis en documen taire en persoonlijke overwegingen zijn in het boek verwerkt. Daardoor is dat toch ook weer een heel andere manier om met het historisch gegeven om te gaan. En de twee boeken over Charlotte-Sophie Bentinck (1715-1800) zijn natuurlijk nog weer helemaal anders, want daar zijrr de mensen van die tijd zelf aan het woord in brieven en persoonlijke aantekeningen. Mevrouw Bentinckof Onverenigbaarheid van karakter is voor een groot deel opgebouwd uit hun waarnemingen, door hen zelf onder woorden gebracht; ik vervul alleen maar de rol van pre sentator. Ik geef hen de gelegenheid zich uit te spreken, zorg voor inleiding en verbinding van hun teksten. Ik geloof dat het niet mogelijk is dichter bij het verleden te komen dan door het authentieke materiaal te gebruiken. Maar het blijft altijd iets onbevredigends houden, omdat er sprake is van arrangement. In de eerste romans, en dit vanaf 'Oeroeg' en De verborgen bron', speelt de ruimtelijkheid ook een grote rol. De titels 'Het woud der verwachting' en 'De scharlaken stad' verwijzen daar zelf al naar. Nu fungeert deze literaire ruimte niet autonoom, maar weerspiegelt eigenlijk de psychologische situatie van de hoofdfiguur. Zij staat voor de ruimte waarbinnen het personage op zoek is naar zijn eigen iden titeit. Ja, dat is zo, dat geloof ik wel. In de meeste van mijn romans is die ruimtelijkheid terug te vinden, de beweging van mensen door de ruimte, het op reis zijn, een afstand afleggen, ergens naartoe gaan, gekoppeld aan het idee van iets onderzoeken, ergens achter proberen te komen, een innerlijke metamorfose, dus ook verruiming, te beleven. Ook huizen spelen een belang rijke rol in mijn werk, de ruimte van een huis, met verschillen de kamers en verdiepingen. In mijn roman Berichten van het Blauwe Huis vervult een huis een centrale functie. In Huurders en Onderhuurders en in De Meermin is dat ook het geval. Dat is een beperktere ruimte dan die waarin mensen op reis gaan, wél een ruimte die verkend kan worden, en die weer in allerlei af zonderlijke ruimtes onderverdeeld is. Vanaf 'De Meermin' kom je tot eert inkrimping van die ruimte. Houdt dat ook verband met een bewustzijnsvernauwing en verstar ring bij het personage? Je hebt ook al in 'Een nieuwer testament' die inkrimping van de ruimte, want dit verhaal speelt in de woon- en werkruimte en de hoofdfiguur kent niet het wezen dat hem het meest nabij is en hij pleegt uiteindelijk zelfmoord. Daar heb je dus een bewustzijnsvernauwing en dat houdt blijkbaar verband met die ruimte-inkrimping. Dat vind ik een heel merkwaardige en boeiende observatie, die je daar maakt. Want het is inderdaad zo. Die twee Bentinck- boeken, die natuurlijk tot op zekere hoogte als romans te beschouwen zijn, behandelen ook veel 'beweging', omdat Charlotte-Sophie, de hoofdpersoon, wegvlucht uit haar huwe lijk in Holland, in Europa rondzwerft, steeds onderweg is, steeds in andere woningen verblijft, maar het tweede deel, De groten der aarde of Bentinck tegen Bentinckeindigt ermee dat ze op een doodlopende weg terechtkomt, letterlijk bijna, in een kasteel in Oost-Friesland, waar zij als een balling in een paar kamers een groot deel van haar verdere leven moet doorbren gen. Daar komt als het ware alles samen in één punt, daar wordt ze op zichzelf teruggeworpen. Die inkrimping van de ruimte is iets waar ik me nog nooit in heb verdiept, maar het is waar. 1 Wie zoals jij voor een verticale levensfilosofie kiest, zoals reeds in dit gesprek is gebleken, die staat niet midden in zijn tijd, maar eigenlijk los van de actualiteit. Dat verklaart waarschijnlijk ook je liefde voor de historische roman.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2019 | | pagina 36