s E V *1 01 (0 01 (0 O O Het water daalde moegevloeid van de bergen. Zwaar en zwanger. Ontroostbaar ook. Doortocht waarin het zicht was zoekgeraakt. Verduisterd. Een maaneclips in mindere dagen. Maar in de vallei begon alles opnieuw te ademen. Niet in het waarom lag het antwoord maar in de dankbaarheid van de delta. De glimlach van de wind. De ongeschonden hunkering van de aarde, de vallei en het gedicht. 0\

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2019 | | pagina 48