land van verhalen EN HERINNERINGEN Tientallen jaren na het ongeval en na ons vertrek uit het do kwam de rondweg gereed, de sympathiekste incarnatie van e? grens. Eindelijk veilig! De Polderstraat die vroeger onbelenJï merd naar verre verschieten voerde, Reuzenhoeken, Griete en Kwakkels, was nu abrupt doorsneden en afgesloten, onz school in die straat trouwens óók uit het straatbeeld verdwe nen. Het was maar één van de drie scholen, want het dorp was verdeeld in tal van reformatorische kerken, sekten en gezind ten. De grens liep hier niet alleen oost-west, maar ook noord zuid. Een landsgrens en een culturele grens. Ten oosten van ons, voorbij het Hellegat, leefden immers de roomsen. De kape laan liep daar 's zomers aan de Westerschelde om te zien of de jongens en meisjes wel gescheiden te water gingen. En bij ons sloeg men elkaar wegens de zoveelste kerkscheuring met bil jartkeuen zowat de hersens in, op de drempel van het betwiste kerkgebouw (dit incident speelde zich vier jaar vóór de uitvin ding van de backbeat af). Biljartkeuen ja, want het bleven na tuurlijk Zeeuws-Vlamingen. Ook rondom ons huis liep een grens. Mijn ouders: import, tel gen van een kleine Friese veehouder en een Vlaardingse ha ringvisser, door de wind van het Schicksal - u kent de Wilde Jacht? - neergezet waar zij niet wilden zijn. Moeder, nergens gerust en nergens geborgen. Vader, die zijn handicap vertaalde in altijd latente, frequent groots uitbarstende woede. Een kleine Vulcanus die de mythische potentie van zijn mankepootschap niet herkende, laat staan zich ten nutte wist te maken. Een zoon van Magna Frisia, het land van de Wezer tot het Zwin. Hier tekent alles zich af in het noorderlicht van de ziel. Pas daaronder begint naar verluidt het luchthartiger Zuiden. Maar wie het Zuiden leert kennen, weet dat ook daar, onverbiddelij ker vaak nog dan elders, het Noorden heerst. Van discriminatie zal men mij niet beschuldigen. Het Zeeuws-Vlaanderen van Willem Brakman C (O In 1970 verscheen een speciaal nummer van het tijdschrift 01 Maatstaf over Zeeland. Hierin werd een bijdrage opgenomen van 2 Willem Brakman, getiteld 'Zeeland bestaat niet'. De schrijver 2" gaat in zijn essay nader in op de speciale band die hij met het C zuidelijke deel van deze Nederlandse provincie, Zeeuws-Vlaan- O deren, heeft. Hoewel hij in Den Haag opgroeide, waren zijn ou- OÉ ders uit deze streek afkomstig en als kind bracht hij dan ook en kele vakanties bij de hier achtergebleven familie door. Hij ver langde destijds naar zijn verblijf in Zeeuws-Vlaanderen, alleen om telkens weer enorm teleurgesteld te worden. De verveling en stugheid waarmee hij hier te maken kreeg, probeerde hij te com penseren door een beroep te doen op zijn fantasie. De boeken die hij ginder las en de verhalen die familieleden vertelden, dienden hierbij als inspiratiebron. Toen Brakman later naar Zeeuws-Vlaanderen terugkeerde, kwam hij tot het besef hoezeer C hij deze streek met zijn verbeelding vormgegeven had: 'mijn Zeeland bestaat niet; het is nergens anders te vinden dan in mijn hoofd. Kijk niet achter verhalen; ge vindt er niets'. Ook in de literaire werken van Brakman geldt Zeeuws-Vlaande ren als het land van verhalen en herinneringen: deze plek fun geert hierin veelal als belichaming van de fantasie en de wee moed. Tijdens hun zoektocht naar zichzelf en het verleden wor den de personages door hun geheugen vaak hiernaar terugge voerd. Het is een plaats waar of waaraan herinneringen opgehaald worden. Reeds in Brakmans debuut Een winterreis uit 1961 komt de streek op een dergelijke manier aan bod. In deze traditioneel-psychologische roman met romantische toetsen wordt de hoofdfiguur Wim Akijn geconfronteerd met de verlo- ren grootheid van zijn vader. In een melancholische bui besluit y hij naar Duindorp en vervolgens naar Zeeuws-Vlaanderen te rei zen waar hij zijn vader en het verleden probeert te hervinden. 01

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2019 | | pagina 51