Dit betekent zowel een toenadering als een verwijdering hier van. Het verleden is immers alleen indirect benaderbaar en de hierdoor achtergelaten sporen slagen er niet in bij hem de ver wachtingen in te lossen. De personen met wie hij in aanraking komt, vertonen minstens evenveel tekenen van aftakeling als zijn vader en de door hen vertelde verhalen blijken ontoerei kend en meestal ook ontgoochelend. De plaatsen waarnaar hij op zoek gaat, zijn onvindbaar of worden bedreigd. Het stamboek dat hij bij een bezoek aan zijn oom in Terneuzen raadpleegt, be staat vooral uit tabellen en reduceert het verleden tot iets leven loos. In Een winterreis keren diezelfde dualiteiten ook terug in de weer gave van Zeeuws-Vlaanderen. Aan de ene kant wordt Zeeuws- Vlaanderen afgebeeld als een gebied waar weinig te beleven valt en de dood voortdurend op de loer ligt. Aan de andere kant wordt deze waterrijke streek met de oorsprong en de moeder, als ook met de doop en de vernieuwing, verbonden. Al deze ele menten komen op het einde van de roman samen, wat ervoor zorgt dat het verhaal dan zijn hoogtepunt bereikt. In het stadje Hulst komt het hoofdpersonage terecht bij Jan Loof, een oude vriend van zijn vader. Hij begint aan te pappen met diens klein dochter Cathalijne, het enige zogezegd nog levendige in de stad, en probeert zo de tijd te overwinnen. Cathalijne, wier naam te vens in het stamboek opduikt, associeert hij met zijn moeder. Tijdens een verkleedpartij neemt zij dan ook de rol van moeder, en hij de rol van vader, op zich. Door zijn moeder te veroveren rekent Wim Akijn met zijn vader en diens kleinburgerlijke mi lieu af. De freudiaanse vadermoord vindt ook letterlijk plaats want even later sterft de oude Jan Loof. Akijn is er uiteindelijk dus toch niet in geslaagd om de dood op afstand te houden en vlucht angstig weer weg uit Zeeuws-Vlaanderen. Het gevoel van ondergang wordt versterkt door de vele symbolische verwijzin gen, onder andere door de titel die wellicht refereert aan de Winterreise van Wilhelm Müller en Franz Schubert. Een winterreis is ongetwijfeld een van de meest autobiografische werken uit Brakmans oeuvre. Het hoofdpersonage heeft dezelfde voornaam als Willem Brakman en oefent net als de schrijver destijds het beroep van dokter uit. Ook de meeste gegevens over diens familie stemmen overeen met wat geweten is over Brak mans familie. Het literaire werk geeft een vrij gedetailleerd beeld weer van de streek in Zeeland waar de familie Brakman uit af komstig was. Terwijl hij als kind Terneuzen meermaals had be zocht, was de auteur veel minder vertrouwd met Hulst. Hij be zocht dit stadje pas als volwassene samen met de hem bevriende schrijver Nol Gregoor en zou bij het schrijven van Een winterreis een beroep gedaan hebben op een toeristische folder. Opmerke lijk genoeg is Hulst de plaats in Zeeuws-Vlaanderen die het meest nadrukkelijk in Brakmans oeuvre aan bod komt. Deze plek kende hij niet zo goed en kon hij gemakkelijker zelf met zijn fantasie invullen. Brakman schreef in Maatstaf dat Zeeland al leen in zijn hoofd bestond, iets wat hij met Hulst nog verder doorvoeren kon. Alhoewel zijn debuutroman als realistisch en autobiografisch te bestempelen valt, zijn hierin dus reeds aan wijzingen terug te vinden dat fictie de bovenhand nemen zal. Vanwege de autobiografische elementen werd Een winterreis ne gatief onthaald door Brakmans naaste familie die de onver bloemde realiteitsweergave niet wist te appreciëren. Deze me ning deelden de meeste critici gelukkig niet en in 1962 werd de roman bekroond met de Van der Hoogtprijs. Ook het familiestamboek dat in Een winterreis ter sprake komt, blijkt daadwerkelijk te bestaan. De gymnastiekleraar Johannis Abraham Brakman verrichtte opzoekwerk naar de geschiedenis van de familie Brakman en stelde twee lijvige boeken hierover samen. In het oeuvre van Willem Brakman duikt dit tweedelige werk niet alleen in Een winterreis, maar ook in Late vereffening op. De levenloze manier waarop het verleden in het stamboek voor gesteld wordt, krijgt in deze roman uit 1994 eveneens een nega tieve betekenis. Brakman schetst in dit boek het verleden van zijn vader en beweert hierbij voort te bouwen op het stamboek. Hij maakt er echter een verhaal van en fictionaliseert het verle den steeds meer. Die ontsporing is onder meer duidelijk voelbaar doordat bepaalde passages herinneren aan literaire fictie als de misdaadroman en de historische avonturenroman. Hoewel Brak man hierdoor een onbetrouwbaarder beeld creëert, brengt hij het verleden tegelijkertijd terug tot leven. Net als Brakmans de buutroman staat in Late vereffening de zoektocht naar de vader centraal. Deze zoektocht houdt ook ditmaal zowel een toenade ring als een verwijdering in. Aan de ene kant verheerlijkt hij zijn

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2019 | | pagina 52