Waar het in ons geval om gaat is natuurlijk dit: voordat men
kennis wilde nemen van wat wij aan inhoud te bieden hadden
viel de bijl van de officiële ideologie al.
Niet de inhoud, maar het a priori in de pas lopen.
Het leek de Kulturkammer wel.
Ideeën zijn maar ideeën. Ze komen, ze gaan. Hun waarde kan
alleen vruchtbaar afgemeten worden in relatie tot historische
contexten, niet in absolute, objectieve zin. De Portugese schrij
ver en journalist Ramalho Ortigao, die in 1883 door Nederland
reisde (zie zijn in 1964 verschenen Holland 1883) schreef: 'Ver
heven denkbeelden lijken in hun ontwikkeling op borstels: eerst
reinigen ze, dan worden ze smerig, en tenslotte besmeuren ze de
dingen die ze aanraken.'
Maar wacht! Had de Zeeuwse cultuurgedeputeerde Ben de Reu
(van de voorheen sociaal-democratische PvdA) ook niet iets te
maken met deBuren? De Reu was gastspreker op het 25-jarig
jubileumfeest van Ballustrada. Hij gaf een prachtig speechje,
waarin hij meldde dat de subsidie die het blad kreeg zo beschei
den was, dat deze niet door komende bezuinigingen zou worden
getroffen. Het briefje waarin de subsidie toch werd ingetrokken,
brandde toen bij wijze van spreken al in zijn zakken.
Ja, Ben werd december 2013 aangesteld tot de nieuwe voorzitter
van deBuren. Enkele maanden tevoren had hij al mooi aan deze
weg getimmerd met alweer een prachtig speechje: 'We zijn niet
alleen buren van elkaar maar we zijn samen ook buren van
andere landen in Europa. DeBuren wil niet een in zichzelf ge
keerd, gesloten neerlandofoon bastion zijn, maar de blik en de
luiken openen voor wat elders te bieden is.'
Of course (sic), Ben. Open moeten ze, die luiken! Voor dat hoge
ideaal is opoffering van de eigen taal, die vermaledijde neerlando-
fonie, een peulenschil.
Links, rechts, naar mijn stellige mening allemaal flauwekul. Het
zijn maar wegwerpetiketten in de strijd van allen tegen allen,
waarin het altijd gaat om het overwicht van de een over de
ander. Sluw over dom, rijk over arm, krachtig over zwak, ver-
kozenen over kiezers, haardvuurzitters over buitenstaanders in
de kou, Engels over Nederlands.
'Laat honderd bloemen bloeien', de geliefde spreuk van een der
succesvolste sociopaten uit de twintigste eeuw, met wiens rode
boekje ook duizenden westerse studenten in hun hang naar roes
en bedwelming geestdriftig liepen te zwaaien vóór ze hun ouders
op het eveneens rode pluche gingen aflossen, leidde tot een tita
nische bloemenuitroeiing.
Ook ik was gedurende enige jaren in de ban van het roodzwarte
geloof, maar de ontsnapping aan socialisme, anarchisme en elke
andere gefixeerde ideologie zie ik nu als genezingsproces.
De huidige cultuurdwingers zijn echter geen revolutionairen,
maar gewoon huik-naar-de-wind-hangers, betuttelende reformis
ten. En dat dan nog - als we het over culturele of politieke
instellingen hebben - beroepshalve. Maar ook hun dik betaalde
geloof wordt gekenmerkt door exotische uitwassen.
Over de dwingelandij en valsemunterij van de politiek-correcte
elite is en wordt al genoeg geschreven. Mijn taak als door de-
Buren gediscrimineerde OBM staat mij in het kader van deze
editie van Ballustrada zonneklaar voor ogen: niet verder uit
weiden, slechts de van jarenrijkdom reeds licht bevende middel
vinger opsteken naar Ann en al wie in haar schuitje varen.
Want Ann, als toonbeeld van allen in die steeds uitdijende
Bureaucratie van het Gemakkelijke Gelijk, is misschien als de
moeder-overste van dat opvanghuis in Tuam, waar tot '61 dui
zenden ongehuwde moeders werden opgevangen. Aan de voor
zijde de eerbiedwaardige fagade, de gepoetste deurknop, de liefde
tot de naaste, de bescherming van het ongeboren leven. Maar
wie stilletjes naar de achterkant loopt en het rumoer der predi-
caties, misgezangen en heilige vermaningen hoort verstommen,
stuit zodra hij een schop in de grond steekt onontkoombaar op
het massagraf met de kinderlijkjes.