EEN ATHEÏST OF GOD AAN HET WERK <3 O In een loverrijke binnentuin, gezeten op een houten stoel, zijn hoofd voorovergebogen rustend op zijn armen, zijn rug krom als was de zwaartekracht plotseling vertienvoudigd, dronk een man, nog geen veertig, zonder bril, een glas ijskoud water. Nog geen halve meter boven hem geurde de bloesem van een appel- (Q boom. Als hij zijn ogen had opgeslagen, had hij het gehele secretariaat in een waanzinnig tempo zien ijsberen door de smalle, bleke (g gangen. Dol liep men door elkaar, zwaaiend met dikke stapels e papieren. Brillen hingen scheef of lagen zo ver op de neus dat ze bijna afgleden door het zweet dat in golven van de voor hoofden kwam. Het door hem zo zorgvuldig geleide Theologisch Instituut voor de Wetenschap van de Universele Godsdienst en Gods bewijzen was in nog geen uur veranderd van een volmaakt ge coördineerde en rationele omgeving in een mierenhoop waar iemand met een stok in had zitten roeren. In tegenstelling tot het personeel van het secretariaat hadden de meeste onderzoekers plaatsgenomen op de witte banken die tegen de wanden stonden en staarden wezenloos voor zich uit. Andere hielden kalme tweegesprekken op berustende toon waarbij de hand van de een de bovenarm van de ander zo nu en dan aanraakte ter bevestiging van de schok. Het was het de finitieve karakter van deze berusting onder de wetenschappers die de man in de binnentuin de grootste schrik aanjoeg. Hij ging zijn stappen na van die ochtend. Hoe het bericht over de wetenschappelijke doorbraak op het gebied van godsbewij zen hem bereikte, hoe hij na het vernemen van dit nieuws geen twijfel had gehad over de validiteit ervan: zoiets groots naar buiten brengen betekende in de regel dat het onomstotelijk igi vaststond, dat het experiment meerdere keren herhaald en bevestigd was, en hoe hij toch iedereen had gesommeerd zo ÏN

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2019 | | pagina 25