O m Deze rivier brengt haar eigen verhalen mee, schuift ze traag maar willig voor zich uit, soms onstuimig genietend, dan weer ontdaan, volgepakt met opgeslagen herinneringen uit het achterland: bonkige containers op een industrieterrein, druk gewemel van snaterende ganzen, stemmen van schutters onder schietbomen. Ze sluipt aan jachthavens, harmoniezalen en carnavalsverenigingen voorbij, stuurt onder vrolijk gegiechel van kinderen op de veerboot fronsende golfjes vooruit. Zoals de Maas het grindgat omhaagt, het grindgat de rijke bosschages, de bosschages de heuvelrug, zo omarmt het water het wijde, zonoverstraalde landschap van twee Limburgen. Ach, als je langs de oevers het baltsen van verliefde leeuweriken eens mocht zien, omlaag, omhoog, jubelend weer terug - niet langer aarzelend maar elkaar aanwezig makend. *- G£ nOI (9 We steken over, denkend aan de gebroeders Van Eyck, zo-even nog op de Markt van Maaseik, plek waar het licht langs hun marmeren gestalten gleed, doordrong tot in het verleden en beelden van hun schilderijen naar ons innerlijk netvlies bracht. Stroomopwaarts vrolijke deuntjes. Op een veerboot heeft men geen weet van wat samenvloeit onder water, wroet en woelt in ondoordringbaar duister, ziet men niet hoe wolken boven de rivier als galeischepen voorwaarts roeien, jachtig hun schaduw werpen, driest tegen de wil van de wind in, de stuurloze, die buiten de tijd staat en zeilen bolt, de doden van langgeleden O nieuwsgierig X het uitspansel laat zien. Verdwaalde boomtakken drijven mee, O het water omsluit alles, als om een geheim te bewaren, de mare die rondwaart aan stad en land voorbij en zoemt en zingt al eeuwenlang. Vraag het de veerman - hij weet de tol al duizendmaal betaald. im

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2019 | | pagina 28