Vijvers. Meren. Plassen. Lafenis in kuipen. Is het niet slijk dat voedt? Eens baken, baken altijd. Elkeen leert leven met zijn klemmen, kent door geboorte Voeren, Mijnen, Kempengrond. Ontelbaar zijn de golvende verhalen die aan beide zijden van de Maas ontstaan. Herkenning zelfs bij iele wind en overstroming. Hoort bij de streek Voila, hier zweeft het oude Nederlands der Hooglanden. Aquarel rollen de klanken in de mond. Hoe in vervoering is de boodschap van een traag onstembaar Limburgs jagerslied! Een taal die water is en rust. Meanderen mag in ieders zingend woord. als ik denk dat ik zie, zie ik strakke vleugels als ik denk, wit licht in een duik van de zon over vlak land, hooigras, water. water, denk ik, als lachen op een notenbalk, trillers boven de akkoorden van een dag drijven in het rietveld van een gracht, middag zijn en nooit meer later, want op het water breekt de hemel open, vloeien de vleugels van het hart. blijft de wereld hangen in het gerucht van een bericht, als ik zie zoals ik denk dat dit stilte is, almachtig zwijgen, eeuwigheid in mijn hand. onverwacht.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2019 | | pagina 29