Vijvers. Meren. Plassen. Lafenis
in kuipen. Is het niet slijk dat voedt?
Eens baken,
baken altijd. Elkeen
leert leven met zijn klemmen, kent
door geboorte Voeren, Mijnen,
Kempengrond. Ontelbaar zijn
de golvende verhalen die aan
beide zijden van de Maas ontstaan.
Herkenning zelfs bij iele wind
en overstroming. Hoort bij
de streek
Voila, hier zweeft
het oude Nederlands der Hooglanden.
Aquarel rollen de klanken in de mond.
Hoe in vervoering is de boodschap
van een traag onstembaar Limburgs
jagerslied! Een taal die water is
en rust.
Meanderen mag
in ieders zingend woord.
als ik denk dat ik zie, zie ik
strakke vleugels als ik denk, wit
licht in een duik van de zon
over vlak land, hooigras, water.
water, denk ik, als lachen op een notenbalk,
trillers boven de akkoorden van een dag
drijven in het rietveld van een gracht,
middag zijn en nooit meer later, want
op het water breekt de hemel open,
vloeien de vleugels van het hart.
blijft de wereld hangen in het gerucht
van een bericht, als ik zie zoals ik denk
dat dit stilte is, almachtig zwijgen,
eeuwigheid in mijn hand. onverwacht.