ISI OÉ Het weerzien was eerst sprakeloos, een losse handdruk maar, zo lang was het geleden dat het wennen moest. Daarna een niet te stoppen stortvloed aan verhalen, - beginnen jullie maar en op verzoek vertelden we de inhoud van veel jaren. Beheerst aanhoorde men met ach! en oh! ons drukke wedervaren. Hun wel en wee klonk als muziek. Het had geen haast: het werk, de kleine kwalen, het nieuwe huis in Bree, - het grote lege nest in Meeuwen was verlaten, de kinderen als vogels alle kanten 3) uit -, het leven bij de grens die er geen was, de rust, de buurt, de kerk nog altijd in het midden. Verzadigd aan hun gulle dis zongen we 's avonds mee dat daar 'in 't bronsgroen eikenhout' ook ónze heimat is. Het klonk ontroerd als bidden. 'Op de terugweg neem de bloesembaan, het blijft immers lang dag.' De reis naar huis één vergezicht wit-roze als mousseline, <3 <3 gezegend spraken we die dag nog enkel in sourdine. 00 Water is wijs, jonger en ouder dan sneeuw, het vertakt zich, krimpt en zwelt, openbaart, doet steden ontstaan, verrijkt en overstroomt ze, zoals aan de rusteloze oevers van Roer en Maas. Het is getuige van de stonden van het bestaan dat ze hier erfden, veroverden of bij toeval vonden, al die Romeinse boeren, Hanzeaten, bisschoppen, Waalse hoeren, grintgravers; alle graaiers naar geluk. Het heeft weet van de geslachten die zich ont sloten op lust en kroost in vlaag na vlaag aan liefde en overspel; van strijd, branden en bouwdrift; van godsvrucht en politiek gekuip ter veler profijt. Het stroomt van ver voor Ruregemunde tot ver na Roermond, zwaar van beelden in schamel verhang, onbewogen als tijd, steeds voorgoed voorbij.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2019 | | pagina 31