3L "33 S \o c <3 C^l O (A My ebony eyes was coming to me From out of the skies on flight 1203 In an hour or two, I would whisper 'I do' To my beatiful ebony eyes (John D. Loudermilk) Ogen eboniet kleurig, even niet reebruin getint, wachtend op de jager. 't Brons groen eikenhout, loeiende klokken, jij, Limburgse schlager. Bim, bam, bim bam, Sloeg bij mij in als een bom. Mijnengangen verder; verliefd onbekend gevoel. Komt nu naar boven. Woel door mistige flarden vat me bij de kladden. Bim, bam, bim bam, Sloeg bij mij in als een bom. Gevoel brandend zand. Zelfs je naam is mijn ontschoten. Herinnering naar de kloten, vliegtuig nooit geland. Ook vandaag, ook deze keer waarschijnlijk turbulent weer. Bim, bam, bim bam. In de verte klinkt de lallende keelroep van de meester der hoenders. Er is licht op komst dat uren zal blijven hangen. In de tijd dat men nog brood zag in koekdozen met koningsparen er op moest en zou er al een kaarsje hier gebrand vooraleer het pad vervolgd kon. Bevrijd en verlost is de streek. De velden glooien weelderig en plooien zich in de schaduw van een warmteonweder. Er zijn geen gezangen om de regen tegen te houden.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2019 | | pagina 33