T ou Vleugelhof (1925-2019), pseudoniem voor Lau de Jonge,
werd in Ovezande (Zeeland) geboren. Hij
seminarie Hageveld in Haarlem voor prieste maar koos
nitPinrieliik voor een leven buiten de kerk. Hij haaiae ee
onderwijsbevoegdheid en studeerde later af in de drama
turgie Hij werkte als leraar in Rotterdam, later in Eindhove
doceerde ook drama in Utrecht, maar was het langst ver
bonden aan de lerarenopleiding Het Moller !"stltu" I
Tilburg. Hij publiceerde al op jeugdige leeftijd enke'e dr.t*
bundel zoals het bekroonde Oorsprong. Hr, schreef ook on
der m er de roman Mila in steen en enkele t°neelshrkkem
Na een nauze van bijna een half mensenleven begon ht| na
zijn pensionering opnieuw te schrijven. Hu zou tot aan
dood nog negen bundels produceren en tal van arttkeie
en essayf in tijdschriften en kranten, met name m Bal-
lustrada en De Tweede Ronde, hetllcht d°en ^n' °°r
P7C maakte hii een serie interviews met Zeeuwse dicnters
in literaire kringen wordt zijn bundel Nog met thim, een cy-
dus strofische gedichten die hi] schreef na de zeltdoü g
van H n dochtef Sylvia, als zijn meest aangri^ende werk ge
zien. Na het overlijden van zijn vrouw vell'et h
Uiteindelijk stierf hij in een verzorgingstehurs in Alm
Gelderland.
(voor Lou Vleugelhof)
Te laat gestorven is
even pijnlijk als te vroeg
gegaan, misschien was het
de poëzie die je zo lang
in leven hield, die je
in een houdgreep klemde
en vooruit dreef naar het laatste,
het allerlaatste oogverblindende gedicht:
de slotapotheose waarin verlossing
op een haar na voor het grijpen lag