9) De plastic troep overleeft ze nog eeuwen,
'Z Je tasjes, je heupen, je hartklep.
Sneeuwvlokken smelten op het glas,
glijden in zigzagdruppels omlaag.
Lade na lade geopend
maar niets gevonden om iets mee te doen.
Op het balkon geluisterd naar vage geluiden
van auto's en honden, de wind.
Ik hoor weer de schaatser voorbijgaan.
Hij krast in het ijs van de vaart.
Hij schrapt wat hij schreef
op de heenweg.
O*
Dit is zo'n zeldzame avond, de wolken slapen,
de bomen bloeien, het water keuvelt.
Morgen mooi weer, je hoort de motors al ronken,
de bassen dreunen.
De sigarenboeren zijn boos, ze staan
op hun daken, scheuren hun vesten en strooien
as op de hoofden op straat.
Als alle leven is uitgestorven, woekert nog schimmel,
tieren distel en kleefkruid, kanker en spam,
nog een tijdje.
O*