BALLUSTRADA OPTIMA FORMA Een jaar of tien geleden ging de huidige Dichter des Vader lands, Tsead Bruin ja, ook al voor de titel DdV. Hij verloor toen (7 januari 2009) echter de digitale verkiezingen van Ramsey Nasr en dat vond ik jammer. Bruin ja leek me een betere kandi daat, simpelweg omdat ik wist en ook in de praktijk ervaren had dat hij bereid was om zich, betaald of onbetaald, in te spannen voor het welzijn van de poëzie. In mijn - ons - geval betrof het de rubriek Laaglandse Poëzie, waarvan hij de eerste aflevering voor zijn rekening nam. En die leverde meteen een interessant overzicht op van actuele Friese poëzie Ballustrada 2005, nr. 1/2). Twee jaar later schafte ik zijn bundel Bang voor de bal aan. Misschien alleen al vanwege de titel. Mijn vader had me ooit na een wedstrijd bij de junioren deze woorden toege voegd en dat blijft eeuwig schrijnen. Vorig jaar hoorde ik toevallig dat Bruin ja zich op een mani festatie in het Noorden afzette tegen de Blokkeer-Friezen en hun actie. In zijn ogen was de traditie van de Zwarte Knecht een voorbeeld van institutioneel racisme. Ik vond dat een be lachelijk standpunt, maar ook een dichter mag verwerpelijke ideeën koesteren. Dit jaar won Bruin ja, 45 inmiddels, wel de race om de titel DdV, zij het dat hij niet gekozen werd maar benoemd door een commissie. Op 17 januari liet hij in een interview in de NRC weten: "Het lijkt me niks om elke keer een middenpositie op te zoeken, dan val ik in slaap." De titel van zijn eerste gedicht in functie was dan ook: 'Voor Volk en Moederland'. Even een citaat hieruit: Nederland waarom kijk je zo sip/als ik je achterlijke zelfbeeld niet omarm/niemand wil een misogyne homo fobe racist genoemd worden/waarom wil jij dan dat zo graag? Het moge duidelijk zijn dat we hier met een activistische, linkse dichter te maken hebben. Een Goedmens van jewelste: voor open grenzen, tegen het kapitalisme (maar niet voor de arbei ders), op de bres voor het klimaat, feminisme en 1001 minder heidsgroepen. Eentje met een duizelingwekkende afkeer van de gewone man en vrouw, zoals verwoord in bovenstaand citaat, want 'Nederland' staat daar natuurlijk voor 'de gemiddelde Nederlander'. (In godsnaam, wat voor verlangen naar kunst matige morele zuiverheid zit hierachter?) Op 1 maart van dit jaar werd een DdV-gedicht gepresenteerd voor het Scheepvaartmuseum in verband met de tentoonstel ling 'Republiek aan Zee'. Die expositie vindt plaats in de nieu we hoofdgalerij van het museum en wil aantonen hoe Neder land als maritieme natie is gevormd. Opnieuw gaat Bruin ja in de aanval. Deze keer moet het nationale verleden over de knie en wordt de identiteitspolitiek anno 2019 het zeventiende- eeuwse volk door de strot geduwd. Conservator Van der Vliet van het Scheepvaartmuseum is dan al zover, dat hij de term 'Gouden Eeuw' niet meer in de mond durft te nemen als hij o.a. de volgende regels leest: maar wie op de pof leeft/van een gesust geweten/leeft in geleende tijd. 'Republiek leidt de wereld royaal om de tuin' is dan ook de titel van het gedicht. Als Tsead Bruin ja geen DdV was geweest had ik hier niet over geschreven. Dan had ik me misschien geërgerd aan zijn uitla tingen en het erbij gelaten. Maar hij bekleedt twee jaar lang een officiële, representatieve functie namens dichtend en poëzie minnend Nederland. En uiteindelijk namens ons allemaal. Hij is de poëzieaanvoerder van het vaderland, maar hij gedraagt zich als een linkse militant. Als activistische moralist spant hij de literatuur voor zijn dogmatische karretje. Hij streeft zoge naamd naar diversiteit, maar die geldt wat hem betreft niet voor gedachten en opvattingen over (vaderlandse) geschiede nis, maatschappij en politiek. Kortom, hij leidt ons royaal om de tuin met zijn dichterlijk activiteiten en zijn preken voor eigen parochie. Terwijl hij in feite maar één ding hoeft te doen: de belangen van de poëzie behartigen. Waarom overschreeuwt deze dichter zich zo? Wil hij de Maja- kovski in zakformaat worden van de diverse grachtengordels? Of sterker: is hij zo getergd, dat hij zijn eigen positie op het spel zet met zijn radicalisme? Welnee, is dan het antwoord. Hij roept wat bijna iedereen in zijn kringen normaal vindt. Salon-

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2019 | | pagina 4