pet bii verschillende jazzorkesten. Vanaf 1968 legde hij zich alleen op schrijven toe. Den Uyl overleed in 1992 op eenen- zestigjarige leeftijd aan longemfyseem. Zijn schrijfstijl is ironisch en observerend, met als belangrijkste thema de zinloosheid en absurditeit van het bestaan. Later verschuift het zwaartepunt naar autobiografische verhalen, met name over zijn reizen, vaak op de fiets door Nederland en om ringende landen. Terugkerende elementen zijn fobieën, gestun tel in het sociale verkeer, alcoholgebruik, wielrennen en zijn belevenissen in België. Dit gecombineerd resulteert in een hoogst prikkelend gevoel van desoriëntatie' (Komnj). De stel regel van de schrijver is 'dat je nooit vindt wat je zoekt, maar altijd vindt wat je niet zoekt'. Den Uyl had affiniteit met de licht groteske verhalen van Willem Elsschot en Ierse modernis tische schrijvers als James Joyce, Flann O'Brien enJ.P. Donleavy, die een voorkeur hadden voor de paradox en meerdere ver haallijnen. Van O'Brien vertaalde hij de experimentele roman At Switn-Two-Birds. Enkele van zijn boeken werden bekroond. De Prozaprijs van de gemeente Amsterdam kreeg hij in 1965 voor Vogels Kijken, de Anna Blaman Prijs voor Een zachte fluittoon (1968). En m 19 werd de Multatuliprijs voor Gods wegen zijn duister en zelden aan genaam aan hem toegekend. Zijn opmerkelijke oeuvre lqkt ech ter over het algemeen vergeten. Al worden zijn ervaringen als zwervende reiziger sinds 2004 door de VPRO in ere gehouden met een Bob den Uyl-prijs voor reisjournalistiek. Nico Keuning schreef een biografie over deze man, gekweld door angsten, die naast het ongemak dat zij brachten een bron van inspiratie wa ren {Een zeker onbehagen, Thomas Rap, 2008). Goed en kwaad In een jongensleven is oorlog een vrolijke verstoring van de orde als de blauwe lucht openbreekt voor formaties vliegtuigen, die in een dans kleine stiften laten vallen en de stad onder dikke rookwolken laten verdwijnen. Dat is niet leuk. Maar mis schien staat de school er niet meer, of is de bovenmeester doo Een jongensdroom, aan de overzijde van goed en kwaad. Alsof dit een onwelvoeglijke gedachte is staat de school er nog, met een zegevierende onderwijzer voor de klas. Deze nadert de jongen, die tijdens het bidden met een steelse blik is blijven kijken, langzaam met een gebogen arm achter de rug, schrijft den Uyl in Oorlog is leuk. Oorlog is als een jongensfantasie. Lichtspoorkogels, het afweer geschut op het sportveld van Xerxes, dat met daverende klap pen naar Engelse vliegtuigen schiet. Onvergetelijk de Britse bommenwerper, die geraakt toch in een gracht 'parkeert', om maar geen huizenblok te vernielen. En als de oorlog voor de deur dan toch gaat vervelen is er het eigen dagboek met wilde verzonnen verhalen en de verzameling foto's van vliegtuigen met bijschrift. Tenslotte mogen die uit de ingebonden reeks van het favoriete familietijdschrift geknipt worden, wanneer deze met ander papier in de Hongerwinter als een soort antra ciet worden verbrand. Het vliegtuigschrift en zelfs de bewaarde granaatscherven gaan als registratie van het verleden later ook verloren. Bijna omgekeerde wereld Pessimisme kan een trouweloosheid aan de wereld lijken, maar toch zingeving in een bijna omgekeerde wereld vinden. Er is een dierentuin zo vervallen, dat de hekken voor publiek geslo ten worden. De vraag is of het voortbestaan in de marge het knechtschap van de dieren in wezen wel verandert. Misschien biedt de schrijver hier een schalkse parabel op het bestaan. Het aandragen van een oplossing door de directeur blijkt dan ook een voorspelde mislukking. Dit is de paradox van het absurde. Absurditeit als geloofsprincipe vereist, dat ook hieraan geen ge loof wordt gehecht. De inwisselbaarheid van de werkelijkheid grenst aan het nihilisme, maar wordt door een montere humor gered. Al is deze werkwijze wel het balanceren op een hevig zwiepend koord. Een consequentie is ook het verlies van ver trouwen. Alleen het onmogelijke kan uitkomst brengen. In het verhaal Sommigen niet blijkt een neergestort vliegtuig in een verlaten gebied aanleiding tot asociaal gedrag van de hoofdper soon. In de overtuiging dat het groepen nooit zal lukken te over leven probeert hij een eigen plan uit. Het eigenzinnig gedrag blijkt een redding brengende strategie.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2019 | | pagina 50