LIPSTICK EN PEUKJES <u 01 O) Het was zo'n zwoele avond, waarop de loden hitte nog lang na zonsondergang blijft nazinderen, en Henri snakte naar een fris biertje op een terras. Hij repte zich naar de stationsbuurt, op enkele minuten van zijn flatje, waar hij wel wat leuke adresjes wist. Toen hij er arriveerde zag hij direct dat hij niet de enige was die de lokroep van een drankje op een terras niet had kun nen weerstaan. Hij speurde de hele buurt af en slaakte een zucht van opluch ting toen hij eindelijk een vrij tafeltje ontdekte. Hij ging snel zitten en probeerde een van de obers te wenken, maar die had den het begrijpelijk genoeg erg druk, en dus moest zijn bestel ling wachten. Zijn tafeltje was nog niet eens afgeruimd. Er stond nog een leeg kopje. Hij nam het voorzichtig op en be keek het even. Slierten koffieresten en wat opgeklopt schuim aan de rand. Iemand had hier een cappuccino gedronken. Aan het kopje zat ook nog een veegje lipstick. Hier had dus een vrouw gezeten. Hij keek weer op, maar er was op dit moment geen ober te bespeuren. Hij verlegde zijn aandacht dan maar weer naar zijn tafeltje. Er stond ook nog een asbak, met enkele peukjes erin. Zeven peukjes, om precies te zijn, en allemaal hetzelfde. Hij boog zich even over de asbak en zag dat er ook aan de peukjes lipstick zat, van dezelfde kleur als aan het kopje. Die vrouw had hier dus ook zitten roken. Maar zeven sigaretten na elkaar? Had ze hier dan zo lang gezeten, en nog wel alleen, want er stond maar één enkel kopje? Misschien was ze zenuwachtig geweest? Had ze zitten wachten op iemand die uiteindelijk niet opdaag de? Maar wacht even! Als dit nu eens geen meisje was dat zat te wachten op een schobbejak van een date die het liet afweten, maar een soort callgirl, vergeefs wachtend op een klant die tot

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2019 | | pagina 54