chauffeur wijst naar het voorwerp in de branding en de hond
is voor de dame en inmiddels voor iedereen uit het zicht ver
dwenen, behalve voor een naar passerende Bassaanse gekken
spiedende vogelaar op de klif. Die ziet dat Anoebie zich al min
stens twee kilometer heeft verwijderd van zijn bazin, tussen de
mosselbanken bij Ambleteuse rent en zich kostelijk amuseert
met een stel Pyreneese berghonden aan de lijn van twee jonge
dames die daar verder geen probleem van maken en het geroep
van de dame al helemaal nooit hebben gehoord.
De tractorchauffeur probeert zich te ontdoen van de ontdane
dame van het hondje. Zijn focus is gericht op het boven water
gekomen ijzeren voorwerp en hij begint een sleepketting uit te
rollen, daarbij geholpen door de kort gebroekte Thom. Dat die
mannen doelbewust een actie aan het uitvoeren zijn, is voor de
vogelaar op de klif ook duidelijk. De ketting wordt bevestigd
aan de ijzeren staaf. Terug bij de tractor roept de dame in de
buurt van de chauffeur nog steeds hopeloos om Anoebie. De ir
ritatie spat van de chauffeur af. Hij klimt weer op zijn tractor,
die nu met een wel vijftig meter lange kabel met het voorwerp
is verbonden. Over het strand klinkt het gierende geluid van
een zeer langzaam, millimeter voor millimeter, vorderende
tractor. Enkele keren verlegt de chauffeur noodzakelijkerwijs de
koers omdat de tractor zich vastdraait in het natte zand. Uit
eindelijk lijkt het te lukken om de staaf uit het water omhoog
te trekken en na enige tijd blijkt de staaf met de boog een anker
te zijn. En weer loopt de tractor vast. Anoebie, Anoebiiiiiiii
Nogmaals wordt het traject verlegd en weer vordert het anker
enkele meters. Thom rent druk heen en weer tussen het anker
en de tractor, scheldend en gebarend naar de dame dat ze op
moet rotten. In een tijdsbestek van twee uren is het anker der
tig meter gevorderd, is Anoebie in geen velden, wegen of stran
den meer te bekennen en is de dame met haar handen in het
haar van het strand verdwenen. Het moeilijkste stuk om met
tractor en anker het strand geheel over te steken op weg naar
de strandopgang bij Hotel de la Plage moet nog komen. Het
anker ligt nu op een plek waar het over niet al te lange tijd weer
door het water zal worden bereikt. Volle kracht vooruit maar
weer. Steeds weer trekt de tractor zich in het zand en door het
oplopende niveau trekt hij ook het anker weer gedeeltelijk on
der het zand en de strandkeien. De kans om het anker naar de
kant te slepen wordt steeds kleiner. De ketting schuurt door de
keien en de hele zaak loopt vast. Het is nu vijf uur geleden dat
ze begonnen, maar er zit geen enkele voortgang meer in. De
tractor verdwijnt. Thom blijft op zijn post. De vogelaar, nog in
z'n schik met het bibi-bibibi-geroep van een clubje voorbijtrek
kende regenwulpen dat verkwikkend was na al dat Anoebie,
Anoebie, verlaat zijn post op de klif en Charlie, de altijd aan
wezige grijze zeehond, waagt het zijn kop weer boven water te
steken.
De oude dame keert niet terug op het strand, de zon is onder de
horizon verdwenen en terwijl de avond verder valt, houdt
Thom de wacht bij het anker dat over een uurtje onder water
verdwijnt. In het maanlicht jakkert een hond langs de water
lijn.