ss
at
g
Het nieuws dat de Hedwigepolder onder water gaat
kan nu beginnen te bezinken. Dat het ongeloof
waardige, het omgekeerde grondwerk waar wordt,
de eirappels en de ajuin van de Hedwigepolder
het veld moeten ruimen voor meer Scheldeschorre,
de Hedwigepolder met zijn dubbele populierenrijen
waartussen zijn langgerekte slingerdeslangende
smalle wagensporige polderlandwegen voeren naar
zijn mooi voor elkaar verre verspreide hofsteden
als deze die vandaag televisienieuws is, die
van de pachter Rottier die zijn Brussels heer
grondbezitter op visite heeft. Die declameert
'Hoeveel aan ons vandaag voorafgaande generaties
van ons bloed bezaten de gronden hier, beheerden,
bewaarden, bewerkten, vervolmaakten die!' God ja
hoeveel ook alweer. Met de pet in de hand staat
de landbouwer Rottier de grootgrondeigenaar
vrijmoedig zorgvuldig terzijde. 'Vijf, meneer'.
En waren het er meer, kokmeeuwen in het water
dat over Hedwige's polder te staan komt
zien zich vliegen straks hier, de bot komt zich
onderwoelen in de hectaren slik van de Hedwige.
Z
CC
LU
O UJ
i o
Q Zij, deze struise middelbare vrouw in mouwschort
m 's het die heel de avond geen stom woord zegt
K |h tegen de aan tafel een tekening makende meisjes.
O uj Geen hinkstap te zetten wagen die waar zij, dage
O °P 'iaar '<n'eën ''99er|d de plavuizenvloer
gedweild heeft. Op haar schoot de kat streelt ze.
De klok weet tot de klik nauwkeurig wanneer
het voor de twee door hun tekening geabsorbeerde
logeetjes bedtijd is en slaat met nagalm 9 keer.
Als ze in de nacht de koeien rusteloos horen zijn
in de stal die grenst aan de woonkeuken staat
ze op, knipt ze de zaklamp aan, stilt ze ze.
Zo verhuisde ze ooit. Ze liet de boerenwagen
met daarop het huisraad stilhouden langs de kant
q) van de weg en baarde in het onkruid haar wurm.
<0
01
W
(0
Haar dronkaard leert de geit pijproken.
Zij. Zij is de vrouw die, zomer of winter,
nooit een onderbroek draagt, zij waarlijk
de vrouw die staande pist in de koestal.
K
rr»
V)