E O oo Os ro O 1- Het bewoont roerloos het lange ademhalen van brokken graniet in de branding gevoed door opkomend licht maakt het zich los van zijn verborgen placenta als een wankel insect vliesvleugelig dun transparant leeftijdloos, maar het was er altijd al, slapend, gaaf, ongerept eenmaal aangeraakt zweeft het en landt, tast stembanden af op oeroude klanken tot het zich meedeelt als de grondtoon van tijdloze poëzie 2. Nu het een naam heeft, niet langer sluimert, in woorden ademt uit vrouwelijke bron wordt zij verklankt soms door de mond van sirenen, getoonzet in de zang van troubadours en poëten door hart en hoofd ingegeven E wordt zij eerst hoorbaar om daarna te worden uitgeschreven 01 Of geboren uit haar matrix - muziek laat zij zich kennen in allerlei talen wordt zij tot op vandaag gedragen door een veelvormige lyriek Z 1- Ul Waar ik gewoond had was het doel*, O we reden ernaartoe maar moesten zoeken, vragen Q> 01 door nieuwbouw opgeslokt stond het er nog, het rijtjeshuis met tuintje aan de straat, dezelfde deur en ramen ik ben een kleuter van vier jaar, loop naar de klinkerweg tot aan de rails met de wagons, de stoomtram til in mijn kar een suikerbiet voor bij mijn schoen, het paard van Sinterklaas na zesenvijftig jaar stond ik daar weer, wist mij het kind van toen, een ogenblik buiten de tijdgreep van vandaag 2. Oog in oog met mijn geboortehuis**, keek ik in het gezicht van een mij bekende vreemdeling de voordeur verveloos stond vastgegroeid in een geleefd verleden wind speelde met vitrage in de open bovenramen en mengde zich met vlagen Arabische muziek IA ik zie mijn moeder, nog een jonge vrouw, 4) met mij naar buiten komen, een witte muts draag ik, lig in de kinderwagen haar glimlach kleurt de straat in tere voorjaarstinten groen ik zag en dacht zo ging dat toen, *Dokweg in Terneuzen nam mee de plek waar ik begon Grote Bagijnestraat in Hulst IA E

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2020 | | pagina 21