Na zijn vertrek bij De Galge zette Sonneville zijn uitgeverspro gramma alsnog voort door begin 1966 zelf een nieuwe zaak op te richten. Hiervoor gebruikte hij zijn eigen achternaam. Bij Uitgeverij Sonneville zouden wel werken van Van Maele ver schijnen. De Brugse uitgever gaf naast Kraamanijs ook nog het toneelwerk 'De veroordeling van Marcel van Maele, gevolgd door: een verrassende vrijspraak' uit. Deze laatste tekst ver scheen als onderdeel van een nieuwe reeks die eind 1966 opge start werd, de zogenaamde 'mini-S'-serie. Sonneville liet een van zijn medewerkers, Jan Mestdagh, contact opnemen met verschillende auteurs om zo de reeks gevuld te krijgen. In het bericht dat Mestdagh verspreidde, wordt de opzet van de reeks uit de doeken gedaan: Zoals u wellicht reeds weet startte de uitgeverij met een nieuwe reeks: de mini-(S)igmaboekjes. Zij verschijnen met een oplage van 500 ex. en worden verkocht aan 30 BF. De bedoeling van deze reeks is als volgt: er komen vaak ms. binnen die, ondanks hun onmiskenbare literaire waarde, niet voor een normale uitgave in aanmerking komen, dit wegens hun ultra-avantgardistisch karakter en/of hun geringe om vang. In deze reeks wordt de uitgave nu mogelijk gemaakt doordat de risico's over auteur en uitgever verspreid worden. Als primus verscheen de nieuwe eenakter van Marcel van Maele: "De veroordeling van Marcel van Maele door Marcel van Maele, gevolgd door een verrassende vrijspraak" (32 pp.). Het voorstel hield in dat iedere auteur zelf tweehonderd exem plaren afnam aan veertig procent korting. Zo probeerde Sonne ville ervoor te zorgen dat hij als beginnend uitgever geen al te grote financiële risico's moest nemen. Hoewel in het bericht geen beperkingen in verband met genre worden vermeld, zou de 'mini-S'-reeks voornamelijk uit toneel hebben bestaan. Son neville nam zich voor om de volgende vijf toneelstukken in de reeks op te nemen: 'Revolutie' van Marcel van Maele, 'Lang zaam knijpen' van Diane van Mol, 'Kilian heeft de ogen geo pend' van Willem M. Roggeman, 'Camera moederhuis' van Lu- cienne Stassaert, 'Pauze' van Johnnie Verstraete. Verder zouden ook Kari Bert en Marcel Bogaerts een uitnodiging ontvangen hebben om aan de 'mini-S'-reeks mee te werken. Zoals nog verder zal worden toegelicht, koos Sonneville ervoor om zijn plan over een andere boeg te gooien. De 'mini-S'-reeks bleef bijgevolg beperkt tot slechts één deel, 'De veroordeling van Marcel van Maele'. Dit boek verscheen ongeveer gelijktij dig met de officiële première van het toneelstuk in de Brusselse Beursschouwburg op 6 december 1966. De try-out van het stuk vond een maand eerder plaats en werd verzorgd door de Brugse studentenvereniging Skabletter. De titel 'De veroordeling van Marcel van Maele' geeft aan waarover de eenakter precies gaat: de auteur Marcel van Maele wordt aangeklaagd vanwege zijn schrijverspraktijken. Tijdens het toneelstuk bevindt deze figuur zich in een ballonnentros waarbij de ballonnen rondom hem zijn verbeelding representeren. Een vrouwelijke bewaker steekt een voor een de ballonnen stuk en bedreigt hem daarnaast ook nog op andere manieren. Het hof, en bij uitbreiding dus de ge vestigde orde, beschouwt de beklaagde duidelijk als een bedrei ging voor de maatschappij en probeert zijn creatieve vrijheid te beperken. Tot hun ongenoegen beseffen de leden van het hof tegelijkertijd dat zij slechts personages zijn en dat zij als dus danig volledig van de schrijver afhankelijk zijn. Het stuk bezit, met andere woorden, een hoog metafictioneel gehalte en toont de poëticale opvattingen van de auteur. Evenals de echte Van Maele, wil zijn alter ego zowel op maatschappelijk als op geestelijk vlak een revolutie bewerkstelligen. Een tweede stuk van Van Maele dat destijds bij Uitgeverij Sonneville zou ver schijnen, had niet toevallig 'Revolutie' als titel. Deze drieakter handelt over dezelfde thematiek als de net besproken eenakter. Hoewel Van Maele het stuk aanvankelijk wilde voltooien tegen december 1966, duurde het schrijfproces veel langer dan voor zien. Met de uiteindelijke uitgave van 'Revolutie' in 1969 als onderdeel van de 'Marcel van Maele-toneelreeks' had Uitgeve rij Sonneville niets te maken. In plaats van de 'mini-S'-reeks voort te zetten, en hierin elk toneelstuk apart uit te geven, leek het Johan Sonneville beter om een eenakterbundel samen te stellen. Dit idee gaat waar schijnlijk terug op het plan dat Jan Verhaert en hij anderhalf jaar voordien hadden gemaakt met betrekking tot een soort gelijke uitgave. Sonneville wilde de bundel vullen met vernieu wende toneelstukken van tien jonge Vlaamse schrijvers. Het

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2020 | | pagina 55