aantal auteurs keert tevens terug in de titel die Sonneville voor
de uitgave bedacht, namelijk Tien na een. Naast theaterteksten
zou het boek ook ander materiaal hebben bevat, zoals toneel
poëtica's, auteursbiografieën en foto's. De vijf stukken die nor
maal voor de 'mini-S'-reeks bestemd waren, wenste Sonneville
aan te vullen met eenakters van onder meer Gerd de Ley, Walter
Margo en Daniël van Ryssel. Eind december 1966 maakte Son
neville in een brief gericht aan auteur Johnnie Verstraete dui
delijk hoe de samenstelling van de bundel er op dat moment
uitzag:
Het opzet van de mini-boekjes heeft zich volledig gewijzigd.
Vrees niet. Het plan heeft enkel een andere vorm gekregen.
Dat wil zeggen dat ik in plaats van vijf of zes mini-boekjes
uit te geven, liever een lijvig boek breng met eenakters van
Vlamingen, jonge goede Vlaamse schrijvers wel te verstaan.
In de bundel die ik liefst zou noemen Tien na een zouden
gepresenteerd worden met toneel: 1. Lulu Stassaert met
'Camera moederhuis', eenakter 2. Gerd de Ley met 'Oorlog
zonder god', eenakter 3. Daniël van Ryssel met 'Mensen, wij
bv.', eenakter 4. Marcel van Maele met 'Revolutie', waar
schijnlijk eenakter 5. Diane van Mol met 'Langzaam knij
pen', eenakter met teorie over verdediging van lesbische
liefde 6. Johnnie Verstraete liefst met 'De klucht van Iphi-
gineia' 7. Walter Margo met 'De dichter is dood', eenakter
8. Willem M. Roggeman met 'Kilian heeft de ogen geopend',
is echter niet zeker dat Roggeman meedoet9) en 10)
zullen wel automatisch komen
Een gezamenlijke uitgave had volgens Sonneville als voordeel
dat enerzijds elke deelnemer een groter doelpubliek kon berei
ken en anderzijds de eenakters samen konden worden op
gevoerd. Ook ditmaal werd er van de auteurs verwacht dat zij
een gedeelte van de risico's op zich namen: iedere participant
moest honderd exemplaren aankopen aan veertig procent
korting. Dit zorgde ervoor dat Gerd de Ley en Walter Margo
onmiddellijk weer afhaakten. Bij de eenakter van De Ley had
Sonneville overigens toch reeds zijn twijfels en ook de eenakter
van Daniël van Ryssel viel bij hem niet in de smaak. Willem M.
Roggeman was volgens Sonneville dan weer niet bereid zijn
toneelstuk in eenzelfde bundel te laten verschijnen met som
migen van de eerder vermelde auteurs. Hoewel de Brugse uitee"
ver nog naar vervangers op zoek ging, besloot hij na enige tiiri
om het project stop te zetten.
Van vier eenakters bleef het manuscript bewaard in het archief
van Johan Sonneville. Hiermee valt na te gaan uit welke soort
toneelstukken Tien na een zoal zou hebben bestaan. De een
akter 'Langzaam knijpen' van Diane van Mol handelt over de
lesbische vrouw Simone. Omdat haar seksuele geaardheid van
de norm afwijkt, wordt ze afgewezen door de rest van de maat
schappij. Hoewel ze hierop reageert door te revolteren en te
choqueren, wil ze eigenlijk alleen zichzelf zijn. Met haar
toneelstuk breekt schrijfster Diane van Mol daarentegen niet
alleen een lans voor vrouwelijke homoseksualiteit. Van Mol
komt op voor de vrouw in het algemeen en benadrukt de on
gelijkheid tussen mannen en vrouwen. Ook in de eenakter van
Lucienne Stassaert, getiteld 'Camera moederhuis', staat de
vrouw centraal. Drie vrouwen bevinden zich in een kraam
kliniek waar ze zullen bevallen. Terwijl 'Langzaam knijpen'
vooral progressief is op het gebied van thematiek, duikt in de
eenakter Camera moederhuis' lyrisch taalgebruik op dat al
even grotesk-surreële vormen aanneemt als de uitgebeelde
gebeurtenissen. Stassaert gaf de eenakter dan ook de etiketten
'poëtische satire' en 'macaber lachbeeld' mee. In 1968 ver
scheen het stuk in een nummer van het gestencilde tijdschrift
Daele en een jaar later werd de opvoering ervan verzorgd door
Studio Herman Teirlinck.
Naast de manuscripten van 'Langzaam knijpen' en 'Camera
moederhuis' bevinden zich in het Sonneville-archief ook de
manuscripten van 'Pauze' en 'De dichter is dood'. Van Johnnie
Verstraete wilde Sonneville graag 'Pauze' in de eenakterbundel
opnemen, maar de auteur overtuigde hem om zijn tweeakter
'De klucht van Iphigineia' te gebruiken. Verstraete leek het na
melijk geschikter een toneelstuk van hem te selecteren dat toen
nog niet was gepubliceerd of opgevoerd. Aangezien 'De klucht
van Iphigineia niet in het Sonneville-archief terug te vinden is,
wordt alleen 'Pauze' kort toegelicht. De eenakter 'Pauze' geeft
weer welke gebeurtenissen zich voordoen in de kleedkamer van