■c
c
Vreemd dat hij nu niet valt
zo vlak boven de grond,
dat hij zijn eigen vlucht vertrouwt
terwijl zijn vleugels nauwelijks bewegen.
Zijn romp, daartussen, is al even
roerloos: een massieve kluit,
maar in zijn kop schuilt aandacht
voor de aarde. Daar is buit.
O*
Vreemd dat hij nu niet duikt,
hij heeft geduld.
Hij zweeft zich los van onze grote vragen:
Zal ik vandaag nog vangen? Hoe lang mag
het pauze zijn tussen twee vleugelslagen?
Vliegen is vrij en duiken kent geen schuld
hij valt eenvoudig op de kiekens aan
C wanneer zijn tijd gekomen is en daarna
zweeft hij weer. Met engelengeduld.
OJ
v<U
O*
"Leef hemelsbreed en onverkaveld
in de vrede van de gesnavelden"
GUILLAUME VAN DER GRAFT
Zie je hem staan? Licht trefbaar
boven het gemaaide veld,
het korte, koude gras,
de overzichtelijke voedingsbodem van zijn kreten.
Zijn zinnen dragen achteraan
iets huiverende kuiven.
Qj Niet te ontcijferen
(O voor wie niet vliegen wil.
C Kieviten profeteren
met de nog ongewette stem van maart.
Dicht bij de aarde, dichter kievit,
de schaduwen van verzen lengen op de taal.
(O
Luidruchtig is zijn broedseizoen.
Zijn vlucht een tuimelen.
01
0*
O
0\
WO