67 gens eene maatschappij bestaat tot afschaffing van het rooken welke voor het minst zulk een groot aantal vijanden moet tellen als het matigheids-genootschap. Intusschen begon de voorlezing. De spreker scheen nut te stichten, althans hij werd onder eene godsdienstige stilte aangehoord. Daar ik hem echter niet kon verstean vond ik niets beters te doen dan de vergadering eens goed op te nemen. Het was een gemengd gezelschap zamenge- steld uit al de standen van de maatschappij. De gelijkheid door onze Republiek uitgeroe pen, (1) maar die nog zoo weinig in onze zeden is doorgedrongen, zag ik hier in volle praktij kDe heeren en dames droegen deFran sche kleeding, de boeren en boerinnen de nationale. Met zooveel sans géne de heeren gekleed waren zoo elegant waren de dames en hare costumes schenen pas uit Parijs te zijn gekomen. De nationale kleederdragt der boerinnetjes waszeer sierlijk en smaakvolhet Hollandsch coruetje encadreerde menig lief gezigtje. Dat de pijpen onder de voorlezing niet uit den mond ge nomen werden, verdient naauwelijks vermel ding, maar het bevreemdde mij dat de heeren zoowel als de boeren even als de kwakers gedekt bleven de eersten hadden petten van (t) Geschreven in December 1849.

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1854 | | pagina 113