87 AANTEEKEN1NGEN (I) liet is daarom vooral belangrijk, de juiste ligging van Monnikereede te weten, omdat liet in verband staat met het vraagstuk over den ouderdom der stad Sluis en over den tijd, wanneer Greveninge aan Oostkerker Ambacht is vastge- damd. firaaf Guy gaf in een' brief van April 1282, te vin den in A. Kluit, Cod. Diplom. Comil. Holl. et Zeel., T. II, p. 849, aan zijnen zoon Jam van Namen een aartal bedijk- bare schorren, o. a. un scor a le moenkerede eutre deux havenes, encore un scor encosté lapscure, un scor entre moenkerede et le koelie" etc. Naar het oordeel van sommige geleerden is het eerstbedoelde schorre dat, waarop Sluis ligt, en het laatste dat, welks bedijking aan Greveninge den toestand van eiland deed verliezen en een' dam deed ontstaan, die het aan Oostkerker Ambacht hechtte. Volgens dit gevoelen zal Monnikereede gelegen hebben ongeveer waar nu het gesloopte fort St. Donaas ligt. Zie het door mij uitgegevene St. Anna ter Muiden, hl. 220, 221. Vianneer het nu blijkt, dat Monnïkereede op eene geheel andere plaats gelegen heeft, en wel een uur verder, dan zal het anderhalfuur verwijderde Sluis niet kunnen gezegd wor den te liggen op een sehorre aan, bij of over Monnïkereede, eu de |bezwaren, die zich van elders opdoen tegen de stichting van Sluis in 1282 of later, zullen wegvallen Dan zal alverderbij de ontdekking, dat Mude, Iloeke en Mon nïkereede schier in een' regtc lijn nevens elkander liggen

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1854 | | pagina 133