1 59 overbodig was om in 1298 zijne bedoeling om trent hetgene hij als Zeeland beschouwde, na der toe te lichten. Ik. zal mij ten dezen er niet in begeven om uit eene reeks van Charters mijne stelling toe te lichten doch slechts enkele stukken en omstandigheden opnoemen, uit welkeblijkt, dat Gui in 1298 geene voorzorgen nemen moest, ton einde buiten twijfel te stellen of hij het land dezerzijds de Schelde gelegenals tot zijn gebied behoorende beschouwde. «En l'an »del incarnation nostre Seigneur Ihesu Crist »MCC, soixante et sis le samedi apres le jour de Bartiiolme l'apostre,'' di. Anno 12GG be paalde hij met zijne moeder: dat er in liet land van den Vrije drie vierscharen zouden wezen, de eene te Brugge, de andere te Oudenburg en de derde te Aardenburg. Dat geheel westelijkStaats-Vlaanderen tot het Vrije hoorde, behoeft geen betoog. Het daarstel- len eener vierschaar is wel de meest souvereuie acte, die men zich voorstellen kan, en het laat zich dus niet bedenken dat na die souvereine daad, Gui52 jaren later, de voorzorg zoude hebben willen nemen, die men uitliet verbond van 1298 afleidt. In 1282 schonk hij aan zijnen zoon .Tan van Namen den eigendom, en aan zijne echtgenoote Isabella het vruchtgebruik van »Un scor a la Gronde el meslier de Brnge

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1854 | | pagina 185