6 te Sluis wel eens zal bezocht hebben, zoo als wij hem dan ook, bij den dood zijns ooms, in 1766, te Sluis in het sterfhuis aantreffen. Door medewerking der Heeren van 't Vrije, is Gerardus Haykens dan welligt tot het pre dikambt in deze streken geroepen. Meer moet het ons verwonderen, dat hij een patriot was, daar integendeel zijn oom blaakte van liefde voor het huis van Oranje. Deze laatste legateerde dan ook aan het Collegie de twee bovengemelde portrettenonder voor waarde dat ze in de collegiekamer moesten worden bewaard, waar ze dan ook den 24stea Januarij 1767 geplaatst werden. Beide por tretten zijn verdwenen; doch met de manus cripten, welke Haykens aan het Collegie naliet is dit het geval niet geweest, daar ze tot he den op de Archiefkamer der stad Sluis, onder de papieren het vroegere collegie 's lands van den Vrije rakende, berusten. Merken wij nu opdat Mentet Haykens in zijn testament ook melding maakt van manuscripten, niet in betrek king staande tot het Collegie, en gaan wij daarbij na, wat Haykens het Collegie heeft nagelaten dan worden wij met achting vervuld voor een' man, die aan de jaren eens grijzen, den ijver en de werkzaamheid eens jeugdigen paarde. Daarbij bedenke men, dat al wat wij van hem bezitten in een tijdvak van twaalf jaren moet vervaardigd zijn, daar hij, volgens zijne

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1854 | | pagina 52