AANTEEKENINGEN. (1) Het geslachtswapen van Hayiiens is doorsneden (cou pé) in twee ongelijke deelen. Het bovendeel bevat en bet benedendeel V» deelen van bet schild. Het eerste is beladen met eenen naakten wilde, die in de regterhand een pijl houdt, in eene schuine rigting de punt benedenwaarts. In het an dere deel vindt men een zeer gewoon afbeeldsel, een hart met twee pijlen doorboord. Het schild is gedekt met een helm van vorenwelks vizier voorzien is van vijf horizon tale traliën, in het middeu door eene dwarstralie verbonden. Het helmtecken bestaat uit het bovenlijf des wilden De kleuren van het wapen zijn mij onbekend. Deze beschrijving is genomen naar een afdruk van Haykrks' zegel dat ter ar chiefkamer berust. (2) Gemma Onupiirius van Burmania, geb. in 1096, over leden in 1759, koos de krijgsdienst, werd generaal der in fanterie en was opperstalmeester v.m Prins Willem IV, toen maals stadhouder van Vriesland. Mij werd door dezen in 1738 naar Zeeland gezonden, ten einde met de staten van dit ge west te handelen over het markgraafschap van Vere en Vlissingen. Hij slaagde niet, evenmin een jaar later tot dat eindelijk bij de merkwaardige omwenteling van 1747, Willem IV in 't volle genot van zijn erfgoed gesteld werd. Hij bleef bij dien vorst steeds in gunst en achting, ofschoon hij door zjjne opgetrokkenheid wel eens tegen de hof-etiquette

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1854 | | pagina 72