48 Eligius had in zijne jeugd te Parijs het goud smeden uitgeoefend en hij moet zelfsin dat vak, geen lompert geweest zijn; vooral viel zijne liefhebberij in het maken van versierselen voor de kerken. Daarvoor moest hij veel stu derenvooral in zaken, die tot de godsdienst betrekking hebbenen dit wakkerde zijnen lust aan, om zich verder te oefenen. Na eenige jaren liet hij dan ook het goud smeden varenwerd Priesteren daarna Bis schop te Nay oh, hetgeen in onze taal Nieuw- duinen heet, zijnde eene stad in Frankrijk, waar een 800 jaar later Calvyn geboren werd, (maar dat kon Eligiüs niet helpen, en liet doet er ook niet toe). Etugiüs was een geleerd man; nog bestaan er brieven van hem en homilien, of bijbel oefeningen met toepasselijke aanmerkingen, die wel waardig zijn gelezen te wordenEvenwel, dat heb ik van liooren zeggen: want zelf heb ik ze nooit gelezen en in de bibliotheek van het »Nut," staan ze niet (1). Hij was vroom, en godvruchtig. Er staat van hem ge boekt dat hij zeer veel werk maakte van het bezoeken van armenten einde henzooveel (1) lil liet 2de deel van Nf.anDF.ii, Gedenkwaardigheden uit de geschiedenis can hel Christelijke lenen, (vertaald door V. F. J. Boonacker) vindt men een lezenswaardig fragment uit zijne predication.

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1854 | | pagina 94