VREDE OORLOG.
niet het ontzettende lijden, dat door den oorlog
veroorzaakt ishetwelk mij het meest treft. Dit kan
verdragen worden. De verschrikkelijkste gedachte
„is, dat dit alles het werk der misdaad geweest
„is, dat de menschen, wier groote wet liefde is,
elkander geslagt hebbendat Gods kinderen deze
„schoone aarde, geschapen om hunne woning te
„zijn, met elkanders bloed hebben bevlekt, dat de
„kreet, die uit alle eeuwen tot ons komt, door
menschelijke wreedheid wordt ontwrongen; dat de
„mensch een duivel is geweest, de aarde tot een
„hel gemaakt heeft." En te regt, dunkt mij; het
groote kwaad van den oorlog zit in de wijze waar
op oorlog gevoerd wordtwaarop de dood of liever
de moord plaats heeft; het kwaad is van zedelijken
aard. Dreigt u de oorlog, u dreigen alle ondeugden
te zamenwant zij zijn alle zijne onafscheidelijke ge
zellinnen. Onder zijne banier vereenigt zich alles wat
gij met afschrik en huivering gedenkt. Het treur-
tooneel van een verlaten slagveld moge, als het meer
zigtbare kwaad des oorlogsder groote menigte af
schuw inboezemen, zoo gij doordenkt en de aandacht
vestigt op dat waas van regt vaardigheid't welk de
oorzaken van al dat kwaad overdekt, op dien schijn
van deugd, dien al die wrange vruchten der ondeugd
met zich voeren, dan zult gij het zedelijk kwaad van
den oorlog beseffen. Gij zult eene plaats des onheils
bezoeken en uw hart zal welligt breken bij het zien
der aangerigte verwoesting, maar het zal niet ineen
krimpen als bij het gezigt van een slagveld. Beide
offers verwekken deelneming en medelijden, maar bij