70 VIIEDE OOKLOG. wanthet is zijn ambacht, zijn beroep. Vrees- selijke afgrond, waarin ik niet langer wil staren. Van geheel anderen aard zijn de gevolgen van den vredezoo verschrikkelijk als de eerste zijn zoo heilzaam zijn de laatste. De mensch, die door zwaren arbeid of andere af mattende bezigheden zich vermoeid gevoelt, haakt naar rust, omdat deze hem zijne krachten terug geeft. In zoover nu de bestaande mogelijkheid om een krijg te voeren de aanwezigheid aantoont van de daarvoor benoodigde middelen, in zoover staat de vrede dei- maatschappij met de rust van den mensch gelijk daai hij het isdie al die middelen en krachten aanbrengt. De vrede is echter geen slaap; zoo het eene rust is met betrekking tot don oorlog, het is een zeer werkzame toestand, maar voor edeler zaken dan het strijdvoeren. De vrede is in eene hooge mate gunstig voor alles, waarvoor de oorlog bij uitstek nadeelig is, en wat dit zegt, mogen de voorgaande beschouwingen aangeven. Het gevolg van den laat- sten is steeds vernietiging, verwoesting; dat van den eersten opbouw, schepping. De nijverheiddoor den oorlog onderdrukt en van hare beste handen beroofd ten gevolge eener verpligte deelneming aan den strijd, ontwaakt weder in den tijd van vrede. Geene belem meringen of hinderpalen houden haar langer terug mets belet haar meer hare krachten zoodanig te ont wikkelen als zij dit kunnen. Haar gebied is niet meer beperkt tot den vaderlandschen bodem, maar zij ver mag haren werkkring weêr uit te strekken tot over de geheele aarde. De handel, die levensader van

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1855 | | pagina 110