VREDE OORLOG. met grond is te wachten, daar het de oorlogen ge wis zou doen verminderen. De heer Suringar zegt te regt: „Eene weldaad houdt niet op zulks te zijn, „al oefent zij niet overal haren invloed uit." Maar is het denkbeeld uitvoerlijk? Naar mijn inzien eerder dan de ontwapening, omdat zijne verwezenlijking onein dig minder veranderingen in den bestaanden toestand der wereld vordert, tenzij men de eerste slechts tot eene vermindering der militaire magt wilde beperken. Eene andere aanmerking isdatzoo het kwaad werkelijk in de oorzaken is gelegenhet dan ook ter vermijding van eene bestendiging dier oorzaken wenschelijker is om het in den hartader te treffen dan om het gevolg daarvan door allerlei pailliativen te verzachten. Aan het vorig middel verbond zich het vraag stuk van een wetboek van algemeen regt op een volken-congres zamen te stellen ik ga het met de ove rige voorgestelde middelen, waarvan de meeste zich in aanbevelingen oplossen voorbijomdat de vorm van mijn geschrift niet gedoogt daarover uit te weiden. De verdienste van al die middelen, voor zoo ver zij althans voor uitvoering vatbaar zijnlaat ik ge heel in hare waarde, maar ik voor mij verwacht meer heil van pogingenaangewend om het mensch- dom te verbeteren de beschaving te vermeerderen echten godsdienstzin (van vormen spreek ik niet en van twisten over vormen heb ik een afkeer) te bevor deren het onderwijs tc ontwikkelen en uit te breiden en aan de opvoeding eene rigting te gevendie den mensch meer waardig is. Die middelen kunnen en zul-

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1855 | | pagina 119