86 VERTALING VAN DE INLEIDING „eene schielijk opbruischende drift of brandend ver- langen spruitende uit deze of gene begeerte of bui tensporige neiging, maar door eene rijpe overwe- „ging en raadneming, onderworpen aan de regels „der reden, des regts en van het instinctgegraveerd „in en bekend bij alle menschen die de deugd lief hebben." Het was dus geene volksdrift. Wat in betrek king daartoe gebeurd iszijn gevolgen doch geene oorzaken gevolgen van hoogmoed gestrengheid en dwingelandijdoor Filips II ten toon ge spreid met verachting van alle voorregten en onder het verstandeloos dwarsboomen van eenen onbuigzamen volksgeest. „En dit met eene algemeene toestemming van al „de provinciën aan gene zijde, zonder er eene uit „te zonderen, voor zoo ver zij stem en vrije be- schikking hebbe." Dewelke met gemeen overlegeene onverbreek- bare verbindtenis hebben aangegaan, belovende en „zwerende de eene aan de andere, van elkander in „deze onderneming niet te verlaten, maar lijf en „goed daar toe te besteden, tot dat God hun de genade bewijzehun arm en verdrukt vaderland „te verlossen van de te snoode dwingelandij der vreemdelingeninzonderheid der Spanjaarden en „Italianen, die, sedert eenigen tijd herwaartsdoor „alle mogelijke middelen getracht hebben, dit va- herland, met al deszelfs bewoners en ingezetenen „te onderwerpen aan het ondragelijk juk der dienst- baarheid, om ze allen tot hunne slaven te maken

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1855 | | pagina 126