BLIK HOOGEK. 99 Wil biddende waken, en worstelend strijden, Waar dan ook de booze zijn strikken u spant. Daar reikt u Gods liefde de reddende hand En volgt na het kampen eens 't heerlijkst verblijden. Blik hooger, als laster u 't leven verdriet En gij voor uw weldoen slechts ondank geniet, En 't kwade door u steeds met goed werd vergolden, Dan, heil u! Gij volgdet de goddelijke leer, Het voorbeeld van Jezus, der engelen Heer, Die zweeg als Zijn haatren Hem smaadden en scholden. Blik hooger, als 't goed dezer aarde u ontvalt. Niet morrend den beker uws levens vergald: Niets toch houdt hier stand, of heeft blijvende waarde. Geen pracht en geen rijkdom, geen schoonheidgeen goed Niets geeft er voldoening aan 't menschlijk gemoed Zoek, zoek uw geluk boven 't stof dezer aarde. Blik hooger, als lijden of rampspoed u treft, Zie dan hoe ge lijdzaam uw harte verheft Tot Hem, Die met wijsheid dat lijden beschikte. Dan zij Hem steeds deze gedachte gewijd Hij lieft hem het meestdien Hij 't meeste kastijdt. Och! of u dit denkbeeld in 't lijden verkwikte! Blik hooger, ook dan als Gods wijsheid beproeft, En u door den dood der geliefden bedroeft Als zou ook dat leed van geen Vaderhand komen Loof dan nog, 't vall' moeilijk, Gods liefdrijk bestel, Dan klinkt u het woord der vertroosting zoo wel: De Heer heeft gegeven, de Heer heeft genomen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1855 | | pagina 139