HET EILANDJE KOEZAND.
DOOK
J. H. van Dale.
Alles wat zich op deze aard aan ons oog ver
toont is der vergankelijkheid en der wisselvallig
heid onderworpenniets bestaat er dat immer in
denzelfden toestand blijven kan. Landenrijken en
volken ontstaanstijgen tot grooten rijkdom en hoo-
gen bloeiom na korter of langer tijdruimte weder
tot het niet terug te zinkenwaaruit zij verrezen
zijn. Wisselingeeuwige afwisselingziedaar het
lot van al het ondermaansche. Onder alle streken
der aarde zijn er echter welligt geenedie daarvan
treffender blijk opleveren dan diewelke wij bewo
nen het noordwestelijk deel van het aloude Vlaan
deren. Blootgesteld aan de werking van de wilde
baren der Noordzee, wanneer deze, door een woes-
ten stormwind voortgezweeptduin en dijk verwon
nen waren zij aan gestadige geweldige verkeering
onderworpen. Wat gisteren nog aan het vaste land
was gehecht, vormde heden een eiland, in het mid
den der schuimende baren; waar eenmaal de ploeg
des landmans den akker scheurde, dartelde nu het
visschenheir der waterenen de vrolijke woonstede