102 HET EILANDJE KOEZAND. of schorre lag Caesantgenoemd en wel voor de groote kille van de Wielingen noordwest. De lig ging is dus vrij naauwkeurig bepaald, te meer, wijl de schrijver er bijvoegt, dat het eiland Schooneveld, welks naam nog in dien eener plaat voortleeftnog hooger op was gelegen. Het moet ons dus ten hoog ste bevreemden dat Dr. Acker Stratingh, aan wiens aloude Staat en Geschiedenis des Vaderlands wij boven staande aanhaling ontleenenop zijne bij dat werk behoorende kaart der Nederlanden het eilandje Koe zand plaatst in den mond van het thans nog bestaande Zwin, geheel in strijd met bovenstaande aanhaling, en, bedriegen wij ons niet, ook in strijd met den vroe- geren toestand van het Zwin zei ven. Wanneer we nu hierbij in aanmerking nemen dat de schrijver, sprekende over de bekende grensbepaling van Zee land in 1290, waarbij Zeeland wordt gezegd te lig gen tusschen Caesant ende Greveninghedoor Cae sant het eilandje Coesant verstaan wil, dan gelooven we hierdoor geregtigd te zijn tot het besluit, dat de plaatsing van het eilandzelfs volgens des schrij vers gevoelen, onjuist is, wijl Ivadzanddat nim mer tot Zeeland heeft behoortalsdan ook tusschen de genoemde grenspalen in zoude gelegen hebben. Uit het bovenstaande is dus geblekendat Koezand in het midden der lGde eeuw beschouwd werd als een eilandje of schorregelegen in de Wielingen en dat men in onzen tijd zelfs niet geaarzeld heeft Koezand voor Caesant te nemenen als een grens paal van Zeeland aan te merken. Dit laatste heeft echter gegronde tegenspraak gevonden. Dr. H. A.

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1855 | | pagina 142