HET EILANDJE KOEZAND. 103 Callenfels heeft in dcNehalennia, deel I, bl. 14, ook op taalkundige gronden het gevoelen des schrij vers bestreden. Alleen op deze laatste de goed- of afkeuring van eenige stelling te vesten, zoude altijd gewaagd zijn, en dat te meer in ons gevalwijl ge dane nasporingen ons hebben geleerd, dat Coezand en Cadzand wel eens met elkander verwisseld wer den hoewel de eerste naam ongetwijfeld de ware naam is. Het gevoelen van Dr. Ackek Stbatingh ontvangt hierdoor eenigen meerderen grond van waarschijnlijkheid, in zoo verre namelijk, dat er mogelijkheid bestaat, dat Goezaml tot Cadzand ver basterd en dit weêr tot Caezand versmolten zij. We moeten dus trachten om op betere gronden aan te toonen dat Caezandin de grensbepaling van 1290 onmogelijk op Coezand zien kan. Een eenvoudige, doch alles afdoende grond is deze, dat Coezand toen nog niet bestondten minste betwijfelen wij het zeer, dat iemand vóór de 14doeeuw bepaalde aan wijzing van deszelfs bestaan geven kunne. En daar enboven zoo men Caezand tot grenspaal hadde aan genomen voorondersteld dat het bestonde waar om dan niet liever zich bepaald tot Schooneveld dat nog verder op de Wielingen in gelegen was. Sloot men, door Coezand als grenspaal aan te ne men, Schooneveld niet buiten Vlaanderens gebied, waartoe beide eilanden immer hebben behoord Zie daar dan een en ander wat ons noopt tot twijfeling aangaande de eenzelvigheid van Caezand en Coe zand, in de meermalen aangehaalde grensbepaling. Wanneer we de rekeningen der oude grafelijke

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1855 | | pagina 143