HERINNERING AAN EENE BLOEM.
1>U0K
G. P. Roos.
Als de bloemen zijn verdord,
Wordt het kransjen vaak versmeten.
Duurden al de bloemen kort,
Éérder zijn ze nog vergeten.
'kWeet nogtans een teedre plant,
Die door ruwe vingerdrukken
Van een onbehouwen hand,
Zich heur bloemen zag ontrukken.
O ze werd zoo trouw gekweekt
Aan de Seine- en Donau-boorden
En waar vaak de zon ontbreekt,
In de kille Noordpoolsoorden.
Hier en daar, in noord en zuid,
.Werd de teedre bloem gevonden
En gevierd gelijk een bruid:
Thans is al haar schoon verzwonden.
Niemand die de bloem meer kweekt
Al haar luister is geweken,
Schoon men soms nog van haar spreekt,
Als een' telg uit vreemde streken.